Hadrian's Wall

Zaterdag 2 juni

Het was Julius Ceasar zelf die als eerste het Kanaal overstak om eens een kijkje te nemen in Engeland. Een eeuw later ging keizer Claudius tot echte actie over en binnen een paar decennia werd het hele land bezet, zo’n beetje tot midden-Schotland toe. 

Maar waar de Engelsen zonder veel problemen meeheulden met hun nieuwe heersers, daar bleven de Schotten zich verzetten, en na een hoop gedoe en barbaarsiteiten daar in het hoge noorden besloot keizer Hadrianus na een bezoek aan York tot een rigoreuze oplossing: hij bouwde een muur over de hele breedte van Engeland, van Newcastle in het oosten tot Carlisle in het westen, 135 kilometer lang.

Drie meter hoog, elke mijl een wachttoren, om de paar mijl een fort met garnizoen van 800 man, klaar. En inderdaad. Twee eeuwen lang hield die muur de boefjes daarboven koest. Toen onstond er beroering elders in het grote rijk en trokken de Romeinen zich definitief terug, met achterlating van de muur die door de eeuwen heen verkruimelde in de gure wind en regen van Noord-Engeland tot de ruïne die ze heden ten dage is. Dat is dus Hadrian’s Wall.

We bezoeken Hadrian’s Wall boven Chester en rijden er een stuk langs. Je ziet de muur inderdaad door het landschap golven, niet meer dan een metertje hoog inmiddels, groen en begroeid, en geflankeerd door talloze andere stenen muurtjes die de schapen op hun veldjes moeten houden. Bij Housesteads Roman Fort nemen we een nader kijkje. Hier ligt de ruïne van een Romeins fort. Een frisse bries waait ons tegemoet als we de heuvel beklimmen, het is kil en koud vandaag, zo’n graad of 8 á 9, en iedereen loopt diep weggedoken in z’n capuchon te huiveren bovenop die stenen. Je hebt fantasie nodig om in de overgebleven fundamenten een belangrijke Romeinse legerbasis te onderscheiden, maar het uitzicht is eersteklas en je begrijpt meteen de keuze voor de locatie, want aan de voorkant, de Schotse kant zeg maar, duikt de heuvel steil naar beneden. Terwijl Christel ergens warme chocomel gaat drinken, loop ik een stuk over de muur en kom daarbij een de ene wandelaar na de andere tegen: er loopt een populaire wandelroute langs Hadrian’s Wall. Het is Engeland op z’n smalst hier, maar figuurlijk op z’n breedst, want het landschap van meanderende groene heuvelruggen bezaaid met verweerde stenen muurtjes en grazende schapen is onvergelijkbaar. Alleen jammer dat het zo fucking koud is.



In het bijhorende museum stuiten we, tussen verloren sieraden en fragmenten van leren sandalen, op een grote vaas die ‘Frisian’ wordt genoemd. Naar blijkt werd de muur mede bewaakt door een contigent soldaten uit Friesland.

Terug in de auto volgen we de muur nog een tijdje richting Carlisle. De thermometer in de auto blijft hangen op 7 klein nulletje C. Christel en ik kijken elkaar eens aan. Zó koud, is dat eigenlijk wel goed voor Baby Cwlls? Hmm. Kijk, óns kan het natuurlijk niets schelen, wij malen er totaal niet om dat we met twee fleeces aan nóg staan te vernikkelen op een of andere shithill met wat oude rotsblokken in Noord-Engeland terwijl we ook elders ergens in de zon hadden kunnen zitten op onze luie reet. Welnee. Wij zijn bikkels. Maar die kleine mag je zoiets niet aandoen. Dus nog voordat wij Carlisle zijn binnengereden en hebben ingechekt bij B&B Brooklyn, met verwarmde kamers, is ons besluit al genomen. We gaan níet verder naar het noorden, naar Schotland. We gaan naar het zuiden. Ja, we gaan net zo lang rijden tot de zon weer schijnt, en mocht er toevallig een kanaal tussen zitten dan gaan we daar gewoon overheen. Of er onderdóór, als we dat liever willen. Puh. Het is ónze vakantie! In ons volgende blog is het lekker warm...


2 opmerkingen:

  1. Mmm...Engelsen en Romeinen in één zin...mopper mopper...klopt niet...die Engelsen waren Kelten, de Cornovii om precies te zijn...

    Er waren in de 3e eeuw Friese hulptroepen gelegerd (Cuneas Frisionum). En ook Twentse hulptroepen. (In Almelo was nog niets te doen, dat veranderde pas toen men stoplichten uitgevonden had.)

    Welke God deze Friezen en Twenten aanbaden wist men zelf blijkbaar ook niet helemaal zeker, want ze noemden hem Mars-dinges (DEO MARTI THINCSO).

    Knap lastig omdat men ook een dag naar hem vernoemd heeft, dingesdag.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. 12 jaar geleden ben ik in Newcastle geweest. ik verdiep mij nooit in geschiedenis. de lessen krijg ik ooit wel van mijn broers :)
    lfs Leonie

    BeantwoordenVerwijderen