Campergevoel

Een auto is geen ding, maar een plek. Dat schreef Karel Glastra van Loon ooit. En als dit adagium ergens voor opgaat, is het voor een camper.

In een camper woon je. Je zit er te kletsen, te lezen, naar muziek te luisteren, spelletjes te spelen. Je kookt er, eet er en wast af. Je gaat er naar de wc (als het echt moet). Je slaapt er. En dat allemaal op een paar vierkante meter. Een camper is je kinderkamer, je studentenhok, je eengezinswoning, ja een universele ruimte die meereist met je leven. En terwijl je dagdromend naar buiten kijkt, wisselen de uitzichten. Een groene heuvel met een beekje vol stapstenen, een uitgedroogde vlakte, de zee. Met een camper ben je altijd onderweg én altijd thuis. Dat gevoel van vrijheid en onafhankelijkheid noem ik het campergevoel.


Bij mij is het campergevoel met de paplepel ingegoten. Ik ben toen ik drie was met een oude Citroënbus naar Afrika geweest, maar dat tel ik niet mee; meer herinneringen bewaar ik aan de camper waarmee we op vakantie gingen van mijn 10e tot mijn 14e jaar. Geen charmant zelfgebouwd busje, maar een heuse fabriekscamper van Toyota, type alkoof, dus met zo’n slaapcabine boven het rijgedeelte. Moest ook wel voor een gezin van zes. Zelf sliep ik meestal in een hangmat boven de achterbank. We gingen ermee naar Engeland, Spanje en Portugal, Zweden, het avontuur tegemoet. Regelmatig stonden we in de vrije natuur, op een mooie plek die we toevallig tegenkwamen, al of niet samen met lifters die we hadden opgepikt. In mijn vertekende kindergeheugen een heerlijk vrij en onbekommerd bestaan waarin altijd de zon scheen. Dat is mijn campergevoel.


Christel heeft dat niet van huis uit. Haar kennismaking met een camper begon in 2002, toen wij in Australië een campervan huurden (hier), zo’n leuk klein busje, ideaal voor twee niet al te lange personen. Niet lang daarna konden mijn ouders van vrienden een campertje overnemen en deelden wij mee in het vruchtgebruik. Dat was een Isuzu, ook zo’n kleintje; als de een het zitdeel ombouwde tot een bed - sowieso een ongelooflijke puzzel - moest de ander uit ruimtegebrek buiten staan. Maar dat stond het campergevoel niet in de weg en we hebben er een paar heerlijke tochten mee gemaakt, onder andere naar Portugal (hier) en Noorwegen (hier). Maar we haakten af toen we steeds vaker verre reizen gingen maken, naar oorden waar je met de camper niet kon komen.


Die verre reizen hebben we een jaar of tien volgehouden. Maar sinds onze wereldreis in 2016 (hier) is het daarmee wel een beetje gedaan (zei hij weemoedig). Ons ooit zo gemakkelijke globetrutje - Wende - wil nu op vakantie vriendinnetjes maken en groot en stoer haar eigen gang gaan binnen het vertrouwde universum van een camping. De afgelopen twee jaar hebben we dat basale kinderverlangen gefaciliteerd vanuit een simpele tent van de Lidl, een impulsaankoop die zeker niet tegenviel. Maar toch knaagde er iets bij mij. Ja, als ik weer eens voorovergebogen zat te klooien op het gasstelletje voor de tent merkte ik dat ik met jaloezie keek naar de camper naast ons waar iemand fluitend in de weer was achter een heus aanrechtje. En als het begon te regenen en ik onszelf noodgedwongen opsloot achter de rits, zag ik met mijn laatste blik op de buitenwereld nog net hoe een gelukkig gezinnetje ongestoord onder hun luifel bleef zitten. Verdorie, dacht ik. Dat wil ik ook. Ik wil een camper.

En aldus geschiedde. Christel moest een beetje overgehaald worden, maar toen zij eenmaal begon rond te kijken op Marktplaats en het campergevoel opsnoof dat uit al die interieurfoto’s met gezellige gordijntjes wasemde ging het opeens snel. In mum van tijd waren we de trotse bezitters van een onvervalste Ferbermobil, uitvoering Pilgrim, in een Fiat Ducato carrosserie. Waar we als een blok voor vielen - ook Wende - was het vaste stapelbed, een attribuut dat je eigenlijk nooit ziet in kleinere model campers waarin kinderen doorgaans worden opgeborgen in een soort schuiflade onder het plafond. Bij bezichtiging (in Eerbeek) bleek het een prima, met veel campergevoel onderhouden busje dat zeer compleet was en er tiptop uitzag. We twijfelden nog geen avond. Enige nadeel: het betrof een dieselmonster uit 1997 dat zich onttrok aan iedere milieunorm en dus menige binnenstad, waaronder onze eigen Utrechtse, niet meer in mocht. Maar dat namen we dan maar voor lief.

 

Inmiddels hebben we een weekje proefgedraaid. Noodgedwongen in eigen land, want corona en grenzen dicht en zo, maar we hebben van de nood een deugd gemaakt door verspreid over heel Nederland allerlei mensen op te zoeken. Bijvoorbeeld Christels moeder, in Voorburg; zo hebben we ons eerste nachtje in onze nieuwe woning doorgebracht op de parkeerplaats voor de Populierendreef 762. Vandaar ging het naar mijn moeder in Eersel, tegen de Belgische grens aan, waar we hebben overnacht op een echte camperplaats. Een noviteit voor ons. De laatste jaren zijn ze als paddenstoelen uit de grond gekropen, alleen al in Nederland zijn er zo’n 1800, maar hoewel handig en goedkoop zijn ze niet allemaal even gezellig, of het moet toevallig net je ding zijn om op de parkeerplaats naast een sauna te staan of een tuincentrum. Maar deze in Eersel kreeg hoge cijfers en terecht. We stonden op Landgoed Duynenwater, aan een meertje, met het strand voor onze voeten, en voelden ons de koning te rijk. Daarna zochten we mijn familie in Friesland op, kampeerden in een bos in Norg bij mijn (ex)zwager en brachten nog twee dagen door op camping De Wildste Tuin in de Flevopolder waar we zo’n beetje de enige waren.


Een rondje Nederland dus. Het voelde onmiskenbaar als vakantie, vanwege het prachtige pinksterweer natuurlijk, maar ook vanwege het campergevoel, het rommelen in je eigen huisje waar je alles hebt wat je nodig hebt, van verse koffie tot een koud biertje, maar waarbij je toch weg bent getuige het fraaie bos om je heen of het uitzicht over de weilanden met wegschietende hazen. En als we weer terug naar huis rijden en ik een blik op de achterbank werp, naar het meisje dat tevreden onderuitgezakt Donald Duckjes zit te lezen, denk ik: ja, net als vroeger.


6 juni 2020

Geen opmerkingen:

Een reactie posten