Portugal 2003

31 juli - 25 augustus 2003

Onze reis door Australië per camper in 2002 (HIER) smaakte naar meer – meer camper. En zoals het zo vaak gaat in het leven duurde het niet lang of er kwam op wonderbaarlijke, schijnbaar toevallige wijze ineens een camper uit de lucht vallen. De onnavolgbare Willem de Ridder, grondlegger van de ‘spiegologie’, noemt dat ‘bestellen’: het creëren van je eigen werkelijkheid door je echte wensen uit te spreken.

Vrienden van mijn ouders kochten een nieuwe camper, en hun oude ging voor een prikkie onze kant op. Als Christel en ik niet zo enthousiast met camperverhalen waren teruggekomen uit Australië was dat wellicht nooit gebeurd – zo werkt bestellen. Het werd een familieproject: mijn vader deed het onderhoud, mijn moeder de boekhouding, en wij…eh?



‘Camper’ was trouwens een groot woord. Beter kon je spreken van een bestelbus met internationale pretenties. Iemand, ooit, had de boel van binnen in elkaar gefiguurzaagd. Het zag er niet uit, maar het werkte. Alles was mini: koelkastje, aanrechtje, kastjes, zithoek. De ruimte was zo beperkt dat als je ’s avonds het zithoekje verbouwde tot bed er één persoon buiten moest staan om de kussens aan te pakken en in de juiste volgorde weer terug te geven. (Lekker klusje als het regende.) Uiteraard was ook dat bed een krappe bedoening: kon de één z’n benen nog over de rand laten uitsteken, de ander lag klem achter het keukenblok en moest met opgetrokken benen slapen. Maar voor het geslacht Frieswijk, waar met 1,72 meter de top wel is bereikt, vormde dit allemaal geen probleem. En Christel en mij trok juist dat zakformaat aan in het campertje. Het was onbeschrijflijk knus binnen. Al snel spraken we liefkozend over het ‘koecampeertje’.

Over onze eerste bestemming hoefden we niet lang na te denken: het riviertje. Hèt riviertje. In onze familiemythologie was dit riviertje, exact op de grens van Spanje en Portugal, bezocht in 1981, uitgegroeid tot een heuse idylle. De plek werd een moment, een herinnering aan wat de meest harmonieuze tijd in ons familieleven is geweest, iets wat je altijd pas achteraf –wanneer het hoogtepunt is geweest– kunt beseffen. Ik heb een sterke neiging zulke plaatsen te blijven opzoeken. Het zijn tijd-ruimte-brandpunten: iets van toen blijft altijd aanwezig en voelbaar, ook jaren later nog.

Daar gingen we. Geen airco, geen navigatie, geen cruise, geen cd-speler, niks. Net als vroeger.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten