Op reis

Vrijdag 19 september 2008

Bhutan dus. Naar dit mysterieuze land, dat in de eigen taal ‘het land van de draak’ heet, vertrekken we volgende week.

Het is een klein landje, iets groter dan Nederland, het heeft een half miljoen inwoners en ligt ingeklemd tussen twee reusachtige buren, te weten China en India. Je hoort er zelden iets over en nog zeldener kom je iemand tegen die er is geweest. Eeuwenlang heeft het zich teruggetrokken achter de hoge muren van de Himalaya. Pas de laatste jaren opent het land zich een beetje. Het moet wel. Televisie, internet, globaal toerisme: de moderne tijd heeft zelfs dit ruige, geïsoleerde stukje aarde weten te vinden en dringt zich naar binnen, met als gevolg dat de bewoners automatisch ook naar buiten zijn gaan kijken. Zo gaat dat. Een opening heeft twee kanten.




De uitdaging voor Bhutan, zo voelen de leiders het, is om die grote nieuwe wereld gedoseerd binnen te laten, zodat de eigen traditionele cultuur niet overspoeld wordt. Het oude moet het nieuwe langzaam, in z’n eigen tempo opnemen. Eén van de maatregelen bijvoorbeeld is het instellen van een torenhoge toeristenbelasting. Wie Bhutan wil bezoeken kan dit alleen doen via een Bhutanees reisbureau en betaalt ongeveer € 125 per dag per persoon. In dat bedrag inbegrepen zit hotel, vervoer, maaltijden en een verplichte gids. Zo beschouwd valt het wel een beetje mee, want als je optelt wat een stedentripje naar, laten we zeggen, Rome of Parijs per dag kost zal het zeker niet veel minder zijn. Alleen liggen prijzen in die Aziatische contreien wel een stuk lager, natuurlijk. Met mijn goede vriend Wim heb ik wel eens uitgerekend dat je in India voor € 2 per dag overnachting en eten kunt hebben, dat is weliswaar heel basic, je kunt het ook iets luxueuzer aanpakken plus af en toe een bus pakken en iets bezoeken, maar dan nog is € 10 tot € 15 per dag goed te doen. Hoe dan ook: Bhutan is een kostbaar land. Gevolg is dat het massatoerisme buiten de deur wordt gehouden en dan met name de hordes neo-hippies die rondstruinen in India en Nepal.
Bhutan was een absolute monarchie. Wás. Sinds enkele maanden is het namelijk een constitutionele monarchie, net zoals Nederland. De vorige koning, Singye Wangchuk, besloot twee jaar geleden dat een monarchie niet meer van deze tijd was en nam twee beslissingen: hij zette de overgang naar een parlementaire democratie in gang én hij trad terug ten faveure van z’n zoon, Namgyel Wangchuk. Dit jaar zijn er voor het eerst algemene verkiezingen geweest en dat bleek –we hebben daar een documentaire over gezien– nogal wennen voor de inwoners. Veel mensen vonden het maar niks en mopperden dat ze gewoon een koning wilden en verder geen gedoe.

Van de bevolking is 75% boeddhistisch. Alleen in het zuiden, tegen India aan, bevindt zich een kleine hindoeïstische minderheid. Materieel is het een van de armste landen ter wereld en de nationale voetbalploeg staat op de laatste plaats van de FIFA-wereldranglijst. Pas zes jaar geleden won het elftal voor het eerst in de geschiedenis een interland, tegen het Caribische eiland Montserrat, dat voorlaatste stond op de wereldranglijst. De nationale sport van Bhutan is boogschieten. Daarmee doen ze zelfs mee aan de Olypische Spelen.

En hoe komen wij nou bij zo’n land terecht? Tja. Afgelopen voorjaar sprak Christel een kennis die Boeddhiste is en wiens leraar een Bhutanees is. Deze vrouw vertelde dat zij bezig was een soort studiereis naar Bhutan te organiseren voor leerlingen van deze Rinpoche en als wij interesse hadden… Wij moesten daar even over nadenken. Ten eerste betrof het wel een hele aparte club, allemaal Duitse vrouwen op leeftijd, en ten tweede ging het klooster in, klooster uit de hele tijd. Maar aan de andere kant was het natuurlijk een unieke gelegenheid om een uniek land te bezoeken, een land waar toerisme nog in de kinderschoenen staat (in heel 2007 slechts 20.000 bezoekers) en dus een land waar dat vaak misbruikte woord ‘ongerept’ écht nog iets betekent, zowel als het om cultuur gaat als om natuur. We besloten het te doen en er dan meteen maar een langere reis van te maken.

Bhutan ligt namelijk tegen een hoek van India aan waar ik graag al eens heen wilde, de regio Darjeeling, bekend van de thee en het Himalayan Mountaineering Institute dat is gesticht door Tenzing Norgay, de eerste beklimmer van de Mount Everest. Bovendien kun je er weer fantastische trekkings doen, want je zit midden in de Himalaya. En als je toch in de buurt bent…ook Nepal ligt om de hoek. Vanaf daar is het een uurtje vliegen naar Kathmandu, of een etmaal in de bus, wat je wil. Kortom, genoeg mogelijkheden om nog een paar extra weken zoet te brengen, al weten we nog niet wat we precies gaan doen.
  
Maar we beginnen met Bhutan. We zijn heel benieuwd.