Jakar

Dinsdag 7 oktober 2008

Een berichtje vanuit Bhutan. We zijn in het plaatsje Jakar, in de Bhumtang-vallei, hartje Bhutan. Vanaf de grens was het drie volle dagen met de bus. 

Bhutan kent geen snelwegen, geen spoorwegen, geen vliegvelden (alleen een internationale luchthaven), dus alle vervoer gaat over smalle wegen die -bij gebrek aan tunnels en bruggen- eindeloos slingerend de natuurlijke route zoeken langs de enorme bergwanden. Daardoor hebben we in die drie dagen slechts 400 kilometer afgelegd. De weg is over het algemeen wel geasfalteerd, maar zit vol gaten en bulten, en de afgelopen moessonregens hebben sommige stukken helemaal weggeslagen. Je wordt dus flink doorelkaar gerammeld. Gelukkig hebben we hier in Jakar een paar dagen rust.




De afgelopen dagen hebben we aan sight-seeing gedaan, wat hier betekent: tempels en kloosters bezoeken. Kleine, grote, arme, rijke, oude, nieuwe, we hebben er al heel wat gezien We reizen namelijk mee in het kielzog van zo'n twintig boeddhisten, afkomstig uit Duitsland en Slovenie, en die laten geen religieuse snipper verloren gaan. Het zijn aardige, interessante mensen, ze drinken ook gewoon een biertje, ze hebben veel te vertellen en je kunt met ze lachen. Alleen als je een tempel betreedt ben je ze even ' kwijt', en als je buiten staat te wachten en denkt ' wat duurt het toch lang' kun je er donder op zeggen dat ze binnen zitten te mediteren. Inmiddels beginnen we een beetje te begrijpen hoe deze reis inelkaar zit. Deze groep bestaat uit leerlingen van een Bhutanese leraar (Rinpoche) uit de Gangtey-vallei. Zijn klooster is na een jarenlange restauratie eindelijk klaar en over enkele dagen worden de religieuze schatten, die gedurende de verbouwing elders waren ondergebracht, weer teruggebracht. Dat wordt groots gevierd met allerlei ceremonieel waarbij zelfs de koning van Bhutan aanwezig is. Voor die speciale ceremonie komen onze reisgenoten, en wij mogen mee. Morgen vertrekken we naar die vallei.


108 stupa's op een rijtje
Bhutan is verder een ongelooflijk land. Alleen maar bergen en alleen maar bos. We zitten steeds op zo'n 2500 tot 3500 meter hoogte. Heel soms passeer je een plaatsje, voor de rest is het landschap helemaal leeg. We reizen met White Lotus Treks en dat bureau heeft voor ons alle hotels geregeld, de gids (Damche) en drie Toyota-busjes met chauffeurs. Allemaal spreken ze Engels, dat leren ze hier op de lagere school. En ze dragen de traditionele kleding (gho), zoals haast alle mannen hier. Het land is niet te vergelijken met India of Nepal: het is netjes en schoon, niemand valt je lastig, iedereen groet vriendelijk en vrouwen zijn de baas. De vrouw kiest een echtgenoot en die moet dan maar zorgen voor een bruidegomschat. Grappig is verder dat roken officieel verboden is en je dus niemand ziet roken, maar dat alcohol diep geworteld is in de cultuur en overal te krijg is. En, leuk detail, de cannabis groeit vrijelijk langs de weg. Kortom, een paradijs op aarde. Alleen de wegen zijn hel.


Wie is de mol?
Met ons verder alles goed. Christel heeft een stevige verkoudheid te pakken gehad, maar in de groep zaten drie homeopathen en een fysiotherapeut en die hebben haar er weer bovenop gekregen. Wel heeft ze gaandeweg alle anderen aangestoken, dus nu zit haast iedereen te sniffen, inclusief onze chauffeur Jigme. Het weer is wisselvallig, zon en regen, maar het is minder koud dan we hadden verwacht en het houtkacheltje op onze kamer hoeft niet aan. Verder zijn de guest houses allemaal prachtig en is het eten voortreffelijk. Het mag dus wat kosten om Bhutan binnen te 'mogen' , maar daarna wordt er uitstekend voor je gezorgd.
Tot de volgende keer.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten