Delphi

26 – 28 september 2013

Van Olympia gaat het naar een andere klassieker: Delphi. Het belangrijkste heiligdom van het oude Griekenland, de plek waar het orakel zetelde en waar om de vier jaar de Pythische Spelen werden georganiseerd, een soort cultuurfestijn. Daarvoor verlaten we de Peloponnesos, via een grote tolbrug bij Patras, en rijden langs de andere kant van de Golf van Korinthe een uurtje of twee langs de kust.

De laatste paar kilometer komen we door een brede vallei die volledig beplant is met olijfbomen, de grootste olijfbomenplantage van Griekenland, en vervolgens leidt een steile weg naar Delphi, dat op zo’n zeshonderd meter hoogte ligt, in de uitlopers van de Parnassus, een fikse berg van 2500 meter waarop ’s winters wordt geskiet. Delphi is dan ook zowel culturele trekpleister als wintersportdorp – een zeldzame combinatie volgens mij.

  

We gaan weer naar een hotelletje uit onze reisgids, maar héééé...vol. Hotel ernaast...ook vol. Wat is dít? Het is toch naseizoen, rustig etcetera? Als we vragen of ze dan misschien een ander hotel weten word ons de weg gewezen naar Sun View Pension, met zo’n blik van ‘daar wil geen hond slapen, dus daar is zéker plek’. We moeten een straatje lager zijn. Het ziet er verlaten uit en de deur is gesloten; als we aanbellen klinkt er iets onverstaanbaars uit de intercom; maar de verkoopster van de souvenirshop ernaast zegt dat we naar binnen kunnen en de trap op. Beetje dubieus allemaal. We doen het toch maar en op de eerste etage ontmoeten we inderdaad de eigenaresse, een wat neerslachtige vrouw, die ons een kamer laat zien waar...helemaal niks mis mee is. Netjes, groot genoeg, badkamer, kasten zonder lijk erin, balkonnetje met fantastisch uitzicht, veertig euro per nacht inclusief ontbijt. Wat is het verborgen gebrek?


  
We hebben het niet ontdekt. De eerste nacht was er nog één andere kamer bezet, de tweede nacht geen enkele. Een soort spookhotel. Geen idee waarom. Heerlijk rustig straatje, makkelijk parkeren (groot probleem in Delphi) en het uitzicht, nogmaals, was eersteklas - en dat is belangrijk, want in Delphi draait alles om ‘het uitzicht’: goede kamers kunnen helemaal tot aan zee kijken, slechte kamers kijken nergens naar.
Het antieke Delphi is een ruïne die tegen een berghelling oploopt. Forum, pilaren, stenen, tempel van Apollo, het klassieke gedoe. Er is een amfitheater dat nog vrijwel intact is en een compleet stadion, helemaal bovenaan de helling. Dit werd gebruikt voor hardloopwedstrijden tijdens de Pythische Spelen, wij gebruiken het om een luier te verwisselen. Onderaan de helling bevindt zich het meest gefotografeerde stukje Delphi, de ronde ‘tholos’ van Athena Pronoia. Functie hiervan is nog steeds onbekend. Het zogeheten orakel, eigenlijk ‘Pythia’ genoemd, was een lokale vrouw die boven een rotsspleet zat waar bedwelmende dampen uit kwamen, en de wartaal die zij al hallucinerend uitsloeg werd door een priester (‘prophètè’ geheten) vertaald. De boodschappen waren vaak nogal meerduidig, maar toch werd het orakel zeer serieus genomen en geraadpleegd door arm en rijk, boer en koning, waarbij ieder eerst moest offeren. Delphi was daardoor rijk, belangrijk en invloedrijk, een soort Vaticaan van het oude Griekenland.







Het moderne Delphi stelt verder weinig voor. Het zijn een paar straatjes tegen een bergwand op, dus geen ruimte voor een plein, een park of wat ook. Als we uitgekeken zijn op de ruïnes besluiten we voor vertier ende verkoeling maar even terug te rijden naar de kust voor een duik in zee. Het is namelijk erg warm die dag, boven de dertig graden. Van onze buurvrouw, de verkoopster, horen we dat het normaal veel frisser is rond deze tijd. Griekenland schijnt een buitengewone warme herfst mee te maken dit jaar. Hebben wij weer. Gelukkig gaan we nu naar Kreta, lekker duiken.

1 opmerking:

  1. Het is weer genieten van het reisverslag. Jammer dat jullie de Meteora kloosters laten zitten maar Wende gaat voor. Nog even en je komt niet verder dan een kindercamping dus geniet er vooral van. Liefs Ankie (weer thuis)

    BeantwoordenVerwijderen