Chvalšiny 2

8 – 12 augustus 2019

Kabbeldekabbel. Het campingleven in Chvalsiny. Zwemmen, activiteiten voor de kinderen, praatjes met de buren.


Achter ons komen ze uit Utrecht, voor ons uit Groningen, tegenover ons uit Friesland. Het zijn allemaal Nederlanders hier, afgezien van een verdwaalde Italiaan of Belg die snel maakt dat hij wegkomt. De enigen die zich weinig geïntimideerd toonden waren de Israëliërs die in een kolonne van tien campers tegelijk het terrein kwamen opgereden – maar zij zijn natuurlijk gewend omringd te worden door de vijand. Verder delen we de camping nog met een heuse vos, die als het donker wordt rondsluipt tussen de tenten en – kennelijk een schoenfetisjist – jaagt op slippers en sandalen. Uiteraard het gesprek van de dag en voorpaginanieuws in het campingkrantje dat dagelijks verschijnt. En alleen een voorpagina telt, trouwens.



Wende vermaakt zich prima met Daniël en Rosanne en Silke en Tieme van de buren. Goeie reden haar los te rukken voor, jawel, een uitstapje, namelijk naar het boomkroonpad aan het Lipno-meer. 




Je loopt dan via een hangbrug tussen de boomkruinen naar een uitkijktoren vanwaar je uitzicht hebt over het uitgestrekte meer en zijn omgeving. We bevinden ons in het Sumava-gebergte (‘gebergte’ tussen aanhalingstekens), een bosrijk heuvelgebied tot 1400 meter hoogte dat langs de grens met Oostenrijk loopt. 



Met een lange glijbaan don-don-donder je dan weer de toren af. Verder hebben we ook nog gerodeld daar, dus op een zitje een roetsjbaan af, kortom het was een actief uitje en dat op de warmste dag tot nu toe, met temperaturen boven de dertig graden.




Zelf heb ik nog een middagje gefietst in de omgeving, een uitdaging in het ‘gebergte’ hier, maar op zich goed te doen. Afgezien van het feit dat mijn fietsroute plotseling een spectaculair mountainbike-pad dwars door de bossen werd. Toen ik eindelijk weer in de bewoonde wereld terugkeerde, bleek ik me in de tuin van een psychiatrisch ziekenhuis te vinden, maar terwijl ik ietwat verwonderd tussen de vleugels van het grote, neoclassicistische gebouw weer terugfietste naar de openbare weg leek niemand daar, eh, gek van op te kijken.



Vandaag maandag, de laatste dag. Oorspronkelijk zouden we gisteren al verder reizen richting Slowakije, maar we hebben ons verblijf in Chvalsiny twee dagen verlengd. Gisteren was een mooie, zonnige dag, dus dat werd opnieuw zwemmen, hangen, lezen en 's avonds voor het eerst de barbecue maar eens aan – lekker met een lokaal biertje erbij. 




Tsjechië is het land van het bier: de hop groeit hier tegen de klippen op, aan de stad Plzen danken we de benaming ‘pils’ en het wereldberoemde Budweiser vindt zijn oorsprong hier niet ver vandaan, in het plaatsje Ceske Budejovic. (Het is een beetje slappe hap die Tsjechische pils, hooguit 4%, maar goed, het lest de dorst. Straffer is de slivovic, een brandewijn van pruimen. Verder produceren ze ook wijnen, in de streek Moravia). Dat stadje hebben we vandaag bezocht, toen het net even droog was; net zoals Cesky Krumlov heeft het een fraai middeleeuws stadscentrum, in dit geval met een groot plein met een fontein. 



Alsof het nog niet nat genoeg was vandaag. Later op de dag werden we namelijk getroffen door gigantische slagregens die ons noopten de tent in te kruipen die goddank prima waterdicht blijkt. Tijd om verder te gaan: morgen trekken we verder in oostwaartse richting.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten