Bozanov

17 - 23 augustus 2019

Wow! Het waren twee fantastische dagen in Slowakije. Of laten het er vier zijn geweest… Maar daarmee is alles wel gezegd.



Probleem is dat Slowakije geen leuke campings heeft. Lees: campings vol Nederlandse kinderen waarmee Wende kan spelen en iets nats waar ze in kan springen. Het land lijkt te grossieren in kleinschalige boerendingetjes die door senioren worden aangeprezen vanwege de authenticiteit en de rust…en de twee Nederlandse campings die we wél hebben kunnen vinden zijn al tot september 2027 volgeboekt of zoiets. Jammer, want we hadden wel iets meer van het land willen zien. Slowakije-kenners kun je ons zeker nog niet noemen. De enige woorden die ik heb opgepikt zijn dobre den, d’akujem en borovicka. Ofwel goeiendag, dankjewel en iets sterks van jeneverbessen.




Nou ja, we hebben in ieder geval een paar mooie dagen doorgebracht aan Liptovska Mara, het Marameer. De zon scheen en we konden lekker zwemmen, lezen, luieren en barbecueën te midden van de Polen en Slowaken. Verder zijn we een dagje naar Tatralandia geweest, een waterpark met meer dan tien zwembaden en nog veel meer glijbanen, waaronder een aantal waar we met z’n drieën tegelijk vanaf konden glijden op een rubberband. De spectaculairste (‘Delphin’ genaamd) bewaarden we voor het laatst: hier maakte je een soort vrije val. Wat mensen al niet doen om de dag een beetje door te komen. Enfin, Wende, ons waterkind, vond het geweldig allemaal en kon er niet genoeg van krijgen.



Voor de laatste dagen keren we dus terug naar Tsjechië, naar een camping bij Bozanov in het noorden vlakbij de grens met Polen. Het is weer een roteind rijden en wanneer we ’s avonds rond half acht aankomen plenst het van de regen, dus we moeten vliegensvlug onze tent opzetten voor het donker wordt en daarna onmiddellijk aftaaien naar het naburige dorpsrestaurantje dat naar verluidt niet lang meer open is. (‘T’is geen Zuid-Europa hier, hè!’ Nee, vertel ons druipende honden wat!) Wanneer we in regenkleding de gelagkamer binnenstappen – vier tafeltjes, een barretje en een elektronisch dartbord – kijken drie dames aan een tafeltje ietwat verwonderd op. Het is het voltallige personeel dat in gedachten al thuis voor de buis zat, maar nu noodgedwongen terugspringt in de horecastand. (1) Ja hoor, we kunnen nog wat eten, geen probleem, zeggen ze. Of zoiets, want veel meer dan Tsjechisch komt er niet uit. (Het is opvallend hoe weinig Tsjechen er Engels spreken.) De menukaart is trouwens wel in het Nederlands, zal Kamp Holland van hier verderop wel debet aan zijn. Een kwartier later staat er goedkope bier en friet op tafel en zijn we het hondenweer alweer vergeten, al zal het de hele avond en nacht blijven doorregenen. 



De volgende dag is het gelukkig droog en bij daglicht blijkt de camping klein en sympathiek: zwembadje, trampoline, ponyrijden, barretje, een hoop Nederlanders natuurlijk en een enkele Pool. De omgeving is bosrijk en heuvelachtig en maakt deel uit van een groot natuurgebied, Broumovsko, dat onder andere bekend staat vanwege de zandsteenrotsen die door weer en wind gevormd zijn tot een grillig doolhof van pilaren en spleten. We maken er een leuke wandeling.




Daarna zit het er weer op voor ons. Op vrijdag, exact drie weken na ons vertrek, pakken we de boel weer in en rijden via Polen terug naar Nederland. Het is iets meer dan duizend kilometer, het moet in één dag kunnen als je wilt, maar dan moet je vroeg opstaan en opschieten, waar we niet zo van houden, dus dat wordt weer een hotelletje onderweg.  Hoe dan ook is de vakantie voorbij. Prima landen Tsjechië streepje Slowakije, al heb ik voor mijn gevoel meer van de camping(s) gezien dan van de landen, maar met een vleugje Hitler hier en Napoleon daar zeg maar wat ramptoerisme werd het toch nog interessant deze zomer.



In de loop van de middag beginnen we te twijfelen. Polen rijdt goed door, geen wegopbrekingen in Duitsland … de routeplanner geeft kwart voor tien 's avonds aan als ETA. Tel daar wat tijd bij op, elf uur thuis, prima toch? Gassen maar. Rijen rijen. Tanken, plassen. Rijen rijen. McDonalds bij Göttingen. Rijen rijen. Afslag dicht. Omrijen omrijen. Tanken, Wende slaapt. Rijen rijen. Eén uur 's nachts zijn we thuis.






(1) De situatie brengt mij een verhaal van Simon Carmiggelt in gedachten dat ik later thuis weet te vinden, wonderwel eigenlijk gelet op mijn flinke Carmiggelt-collectie. Uit 'Vakgeschil': "Mijn onfortuinlijk binnentreden sloeg een bijt in de landerig-particuliere sfeer van hun samenzijn, want het lokaal waarin zij luidop hun zorgen bespraken of hun moppen uitwisselden, veranderde plotseling in een functionerend vermaaksbedrijf, met een klant als koning."

Geen opmerkingen:

Een reactie posten