De Drôme

14 - 19 augustus

We hebben een plek aan de Drôme gevonden. En ja, inderdaad een droomplek. Groot, privé, overschaduwd door pijnbomen en met uitzicht op river en bergen.

Ach ja, die Fransen met hun streken. Ik ben nooit een ster in al die namen geweest. Als mensen vroeger zeiden dat ze naar streek A of streek B gingen, moest ik altijd vragen waar dat lag ten opzichte van Parijs, mijn enige referentiepunt. Inmiddels is dat wel iets beter geworden, maar een connaisseur kun je me zeker niet noemen.


Ze maken het je ook niet gemakkelijk. Nu zijn we dus in de Drôme, maar datzelfde gebied staat ook wel bekend als de Dauphiné, naar het graafschap dat hier ooit lag. (Ik ken die naam van de plaatselijke wielerklassieker, de Dauphiné Liberée, wiens aparte naam weer komt van het dagblad – opgericht door verzetslieden - dat deze koers jarenlang sponsorde.) De Drôme, zo heb ik nu dus geleerd, ligt tussen Rhône en Alpen, direct boven de Provence. Het wordt ook wel ‘de kleine Provence’ genoemd, omdat...eh… het kleiner is? In ieder geval wordt gezegd dat het minder toeristisch is, ja ik ben zelfs al het woord ‘ongerept’ tegengekomen, dat zo vaak misbruikt wordt en zeker in dit geval, want de campertjes zoemen in het rond als vliegen die op iets lekkers afkomen. De streek ligt aan weerszijden van de rivier de Drôme, een 100 km lange zijrivier van de Rhône. De bovenste helft bestaat uit een bergachtig natuurgebied, de Vercors, de onderste helft uit een prettig heuvellandschap met wijngaarden, olijfboomgaarden en lavendelvelden.


Wij staan aan de rivier op camping La Pinède bij het plaatsje Die. Enigszins spannend om hier te komen, want eerst moesten we door een tunneltje van camperhoogte en toen over een bruggetje van camperbreedte. Maar het was de moeite waard gezien ons heerlijke plekje. We horen en zien het riviertje voorbij wateren en kijken uit op de imposante, kartelige zuidwand van de Vercors (de Glandasse, 2000 meter hoog). De camping is in Vlaamse handen, de eigenaar rijdt elke ochtend op zijn grote Harley Davidson een inspectierondje. We treffen vooral Fransen hier (in de chaletjes) die druk zijn met jeu de boules en Nederlanders (op de kampeerplekken). Er is een zwembad met glijbaan, een bar-restaurant, een speeltuintje en pingpongtafels, kortom niets staat een paar dagen ouderwets zomervakantie vieren in de weg.


Leukste activiteit is om met een luchtbed en – in ons geval – een opgeblazen donut de rivier af te drijven. Het water staat laag, dus de bedding vol grote en kleine rotsen is voor de helft drooggevallen, maar daardoor krijg je allemaal kleine stroomversnellingen en is het nogal een uitdaging om zonder kleerscheuren overal voorbij te komen. O la la! Het luchtbed is al twee keer lek geraakt. Na een paar bochten eindigen we bij een hoge stenen brug.


Veel meer hebben we niet gedaan hier. Een middagje zijn we naar een klimpark geweest, Arbo’magic, een sympathiek terreintje waar Wende zich een paar uurtjes heeft kunnen uitleven. 



En op zondag zijn we naar Die gefietst. Niet de beste dag, alles dicht. Alleen de pompiers waren hard aan het werk, om een brand te blussen midden in de belangrijkste winkelstraat. Die was een belangrijke Romeinse stad en kan bogen op oude stadsmuren en een stadspoort uit de derde eeuw. Voor de rest is het stadje vooral bekend van de Clairette de Die, een mousserend wijntje van de clairette-druif. Lekker fris met dit warme weer, hebben we ontdekt.



En zo glijden de dagen met de Franse slag voorbij en komt het moment om weer verder te trekken. Als we de Rhône oversteken, passeren we een bord, ‘Merci pour visiter la Drôme.’ De Drôme is voorbij.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten