Auschwitz

29 augustus 1992

'Het Lager [het kamp] is het product van een met uiterste consequentie in praktijk gebrachte wereldbeschouwing; zolang die wereldbeschouwing bestaat, dreigen ons de consequenties. De geschiedenis van de vernietigingskampen behoort door ieder mens begrepen te worden als een sinister alarmsignaal."

Primo Levi, voorwoord 'Is dit een mens?'

Het is waarschijnlijk het bekendste symbool van de Holocaust: het sinistere poortgebouwtje van Auschwitz. Meer dan een miljoen gedoemde zielen gingen die poort door en kwamen niet meer terug.


Poort van Auschwitz-Birkenau


Van alle Duitse kampen – er waren er honderden, waarvan 8 ‘vernietigingskampen’ – is Auschwitz synoniem geworden aan de Holocaust, de systematische uitroeiing van het joodse volk. Auschwitz was het grootste vernietigingskamp, een fabriek des doods die zes gaskamers en vier crematoria telde wiens macabere ‘productielijn’ 60.000 mensen per dag kon ‘verwerken’. Zodra een trein was gearriveerd, werden de slachtoffers naar buiten gejaagd, in rijen opgesteld en geselecteerd voor dwangarbeid of uitroeiing. De laatste categorie werd gedirigeerd richting ‘desinfectiegebouwen’ waar allen zich uitkleedden en de ‘doucheruimte’ binnenstapten, waarna de deuren dichtgingen en SS’ers op het dak door een aantal openingen bussen met giftige blauwzuurkristallen leeg schudden. Na een kwartiertje was iedereen gestikt, gingen de deuren aan de andere kant open en werden de lijken weggehaald en linea recta de ovens ingeschoven. Op die manier was binnen een uur zo’n 70% tot 90% van alle nieuw aangekomenen van de aardbodem weggevaagd. Je kunt het je gewoon niet voorstellen.

Het unieke aan Auschwitz, het onvoorstelbare en gruwelijke, is de industriële opzet ervan. Massaslachtingen zijn geen Duitse vinding, evenmin als concentratiekampen – die laatste werden al gebruikt door Spanjaarden, Amerikanen en Engelsen in de negentiende eeuw. Maar de combinatie van de twee in de vorm van een ‘vernietigingskamp’ komt toch echt uit de koker van de nazi’s. Hun grondigheid en efficiency is zonder precedent. Met dank ook aan het hoofd van afdeling Referat IV B 4 van de Duitse veiligheidsdienst die met duivelse precisie ervoor zorgde dat miljoenen joden overal vanuit Europa vandaan werden geplukt en op de juiste plek terecht kwamen, lees de gaskamer. Dat was Adolf Eichmann uiteraard, in 1961 door de staat Israël opgepakt en ter dood veroordeeld. Nét goed, ben je dan geneigd te zeggen.

Deze moordfabriek heette officieel Auschwitz-Birkenau ofwel Auschwitz II. Het oorspronkelijke Auschwitz, stammlager Auschwitz I, bevond zich een paar kilometer verderop en was een werkkamp. Een klein, omheind dorpje bestaand uit stenen huizenblokken langs smalle straatjes en een smeedijzeren toegangspoort met de beroemde woorden ‘Arbeit macht frei’. Iedere ochtend en avond marcheerden de gevangenen hier doorheen terwijl een gevangenisorkestje vrolijke marsmuziek speelde. In dit Auschwitz I vind je de beruchte ‘Blok 10’ waar medici als Josef Mengele zinloze experimenten uitvoerden op gevangenen. En je vindt er ‘Blok 11’,  waar in 1941 voor het eerst werd geëxperimenteerd met een nieuwe manier om mensen te doden, namelijk door gebruik te maken van een ongediertebestrijdingsmiddel dat diende om uniformen te ontluizen, Zyklon B genaamd. 

Een ijverige adjudant kwam op het idee. De SS’ers (de SS beheerde de Duitse kampen) lieten het los in een kelder vol Russische krijgsgevangenen. Her resultaat was bemoedigend, vanuit Duits perspectief, en besloten werd dit als de standaard procedure in te stellen, niet alleen in Auschwitz maar in veel andere kampen. De geïmproviseerde gaskamer in Auschwitz voldeed echter niet, te klein en te dicht bij de andere gevangenen die alles hoorden en zagen, vandaar dat nieuwe, grotere gaskamers werden gepland en gebouwd in het veel grotere, afgelegen kamp dat een paar kilometer verderop verrees op de plek van het dorpje Birkenau: Auschwitz–Birkenau. Oorspronkelijk bedoeld als werkkamp voor Russische krijgsgevangenen, die zich met tienduizenden tegelijk overgaven, maar al snel omgetoverd tot vernietigingskamp. Het mat 2 bij 2,5 kilometer en kon 100.000 mensen herbergen.


Auschwitz-Birkenau

En Auschwitz telde nog een derde grote kamp, Auschwitz III of Auschwitz-Monowitz. Dit betrof een werkkamp dat verrees naast een groot industrieel complex waar Duitse bedrijven als Krupp Stahl en IG Farben zich vestigden, aangelokt door de rijke steenkoolvoorraad in de regio (Silezië) én Hitlers belofte van goedkope arbeidskrachten. In dit kamp zat gevangene nummer 174571, een tengere, onhandige Italiaanse scheikundige die het geluk had om met een handvol andere specialisten in een laboratorium te mogen werken, wat er vooral op neerkwam dat ze zakken grondstoffen van zestig kilo heen en weer moesten slepen. Maar het feit dat ze grotendeels binnen werkten én in contact stonden met echte werknemers, die hen eten toestopten, betekende het verschil tussen leven en dood. Primo Levi, zoals hij heette, overleefde tien maanden Auschwitz en schreef het beroemdste boek over de Holocaust, 'Is dit een mens?'. Een  huiveringwekkende analyse van een jaar in hel.


Auschwitz

Vandaag, zaterdag 29 augustus 1992, scheen de zon in Auschwitz. Deze streek in het zuiden van Polen kent een landklimaat, met hete zomers en strenge winters, en vooral die strenge winters droegen huiveringwekkend veel bij aan het lijden en sterven hier tijdens de oorlog. Nu was het warm en zonnig. Peter en ik bezochten eerst het Stammlager, Auschwitz I, dat nog volledig intact was. Vergeleken met tegenwoordig was het kamp nog maar mondjesmaat ingericht voor bezoekers – vergeet niet, pas sinds 2 jaar konden westerlingen hier komen – en naar tekst en uitleg in het Engels kon je fluiten. Maar Auschwitz sprak voor zich. De bergen koffers, schoenen, brillen, menselijk haar – de Russen die het kamp bevrijdden troffen naast 7000 doodzieke overlevenden ook 7000 kilo haar aan. Het sprak allemaal voor zich.

Aansluitend reden we naar Auschwitz–Birkenau. Het poortgebouw stond er nog, voor de rest was het kamp vrijwel verdwenen en resteerde alleen een grote open vlakte die blakerde in de volle zon. Aan het uiteinde bevonden zich de ruïnes van de gaskamers, door de SS-ers in allerijl opgeblazen in een poging bewijs te vernietigen vlak voor ze de benen namen. Half januari 1945 vertrokken ze, met medeneming van alle gevangenen die nog konden lopen, zo'n 20.000 in totaal. Deze moesten midden in een sneeuwstorm, bij temperaturen ver onder nul, ongeveer 50 kilometer marcheren naar een spoorwegknooppunt, waar ze op open wagons werden geladen en verder getransporteerd naar concentratiekampen in Duitsland zelf. Zo kwam bijvoorbeeld Elie Wiesel, die net als Primo Levi in Auschwitz–Monowitz zat, uiteindelijk terecht in Buchenwald. Hij was een van de weinigen die het redde, want velen bezweken tijdens deze beruchte 'dodenmarsen'.


Eindpunt Auschwitz-Birkenau

Op deze zonnige dag is het moeilijk om je een voorstelling te maken van al die ellende. Misschien kan dat ook helemaal niet, is de ellende spreekwoordelijk 'onbeschrijflijk'. Toch kan ik kan mij herinneren dat het bezoek aan Auschwitz enorm veel indruk op me maakte. Iets waar ik over had gehoord en wel eens over had gelezen, drong nu pas écht tot me door – zoals dat zo vaak gebeurt tijdens reizen, wat mijn inziens precies de reden is waarom reizen zo waardevol is, om de beelden bij de verhalen te zien. Sindsdien beschouw ik Auschwitz in navolging van Primo Levi als een waarschuwing, een les: het leert dat onder een dun fineerlaagje van beschaving de mensheid bestaat uit door driften geleide wezens, beesten zo je wilt, die tot vreselijke dingen in staat zijn indien daartoe uitgenodigd. Ooit werd ik getroffen door een citaat van schrijver Aldous Huxley:

'Beschaving is het systematisch aan de mens onthouden van mogelijkheden om zich barbaars te gedragen.'

Ik vond dat toen vooral een spitse, cynische omkering van zaken. Maar na Auschwitz geloof ik dat het waar is.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten