Intermezzo: een dagje bussen in Peru

Dinsdag 10 juli 2007
Het is maandag, we zijn een week onderweg en vandaag gaan we een dagje bussen in Peru tegemoet. Eerst van Chivay terug naar Arequipa, en daarna van Arequipa door naar het illustere Puno. Onze eerste bus staat gepland om half tien 's ochtends - andere opties waren een uur 's nachts of half drie 's nachts, haha, laat maar. 

Keurig op tijd komt de bus aanrijden in Chivay. Een kluwen Peruaanse vrouwen in kleurige traditionele kledij verdringt zich bij de deur. Het zijn verkoopsters, ze hebben allen dezelfde grote boodschappentas met handelswaar bij zich, gebreide truien, sjaals, mutsen, wanten, sokken, enzovoorts - overal zie je hier vrouwen breien. De tassen gaan het bagageruim onderin de bus in. Eén vrouw heeft een kleine alpaca bij zich (een soort schaap met een lange nek), hup, die gaat ook het bagageruim in. Het dier geeft geen kik. Onderhaar arm draagt ze een baby-alpaca, die gaat als handbagage mee de bus in. Waarschijnlijk willen ze toeristen lokken om op de foto te gaan met deze typische Peruaanse fauna, dat zie je veel hier.
Goed, onze bus van Noach is vol, alle plaatsen zijn bezet en het gangpad ook, we vertrekken. Een oud vrouwtje dat empenadas verkoopt (gevulde broodjes) wordt aan de rand van het dorp als verstekeling overboord gezet. Onmiddelijk gaan we omhoog. Krakend slingert het vehikel zich naar boven, bocht na bocht, tot we de hoogvlakte hebben bereikt, een weids rotslandschap op 4800 meter boven de zeespiegel. Op het hoogste punt stappen de verkoopsters uit. Hier, in het midden van nergens, op de top van de wereld, installeren ze hun handeltje op een deken en wachten de hele dag op passerende tourbussen, al verder breiend aan hun voorraad.      




We gaan weer verder. Het land is woest en ledig en ongelooflijk droog. Peru heeft een heel eigenaardig klimaat, het loopt van extreem droog naar extreem nat. De kuststrook is een woestijn, waarvan d droogte zich tot ver in de bergen uitstrekt, tot aan deze hoogvlakte toe; pas aan de andere kant begint het te regenen, maar dan ook meteen zo gigantisch veel dat er tropisch regenwoud groeit. Het enige wat hier boven groeit is mos en kleine stevige pollen - en aloë vera, blijkt later. Want op een soort checkpoint halverwege stapt -naast een krantenjongen en een nootjesverkoopster- ook een goed gesoigneerde man in, keurig gekleed in overhemd en stropdas, die voorin de bus een geanimeerd verhaal begint over, ja, over wat? Het is ons niet helemaal duidelijk, tot hij grote foto's omhoog houdt, we zien een groen plantje, een gerimpeld gezicht, egrimpelde handen, een gezicht met acné... Natuurlijk, het is een verkoper, we zijn in een Peruaanse Tell-Sell-variant terecht gekomen, helemaal live, en deze man verkoopt een smeerseltje van een lokaal plantje, de aloë. Links deelt hij zeepjes en zalfjes uit die grif worden afgenomen door de vrouwen. Ons slaat hij echter over. Afgezet tegen de verweerde, bijna perkamentachtige gezichten van de bewoners hier zien onze blanke kantoorhuidjes er veel te goed uit, natuurlijk. 


Om één uur arriveren we in Arequipa. Eens kijken hoe laat de bus naar Puno gaat. Half twee al? De luxe bus van maatschappij Liva? Dat wordt opschieten. Gauw wat broodjes kopen en een colaatje en hup, daar gaan we alweer, opnieuw die slingerende weg omhoog naar de hoogvlakte. Een nieuwe verkoper stelt zich op voorin de bus, hij draagt hetzelfde gele overhemd, het blijkt dus een hele organisatie. Hij houdt het gelukkig kort. Maar dan... Tetteretét. Roffel. Een klein rond mannetje, 'ietwat paf' zou Carmiggelt schrijven, gaat staan in deze mobiele verkopersarena en begint met donderende, bijna agressieve stem een zo oeverloos betoog dat wij geen idee hebben wat hij wil verkopen. De bus zet zich schrap - letterlijk, want er klinkt een vreemd schurend geluid van buiten, er wordt geremd, als als we door het raam kijken zien we allemaal koffers en dozen op de weg liggen. Het bagageluik is opengesprongen. Eén doos is opengescheurd, tientallen plastic bekertjes met donkerrode gelatinepudding -een populair toetje hier-  zijn eruit gerold. Maar goed dat we geen alpaca's meer bij ons hadden.
Busstation Arequipa

Het duurt een tijdje voordat alles verzameld is en we weer verder kunnen. De verkoper hervat onverstoord zijn preek. Als het laatste oordeel slingert hij een reeks van ziektes de bus in, longkanker, stress, maagziekte, artritis - maar de Peruanen liggen er niet wakker van, integendeel, een voor een sukkelt iedereen in slaap, alleen voorin hebben een paar nog de tegenwoordigheid van geest om 'bastante, bastante!' te roepen (genoeg!). Niet dat het helpt. Deze Peruaanse kletsmajoor blijft maar doorgaan, niet een kwartier, niet een half uur, nee, anderhalf uur ratelt hij door. Anderhalf uur! Eindelijk, eindelijk komt dan de aap uit de mouw. Meneer verkoopt een kruidenbrouwseltje. Het is een wonder dat sommigen het nog kopen ook. Wat ons betreft kon hij er in stikken.

El Misti

Enfin, we zijn weer op de hoogvlakte. Een van de luxes van deze bus, een televisietoestel gaat aan en we worden vergast op een Spaans nagesynchroniseerde kledderfilm over een doorgedraaide marinier met veel piefpafpoef dat oorverdovend uit de luidsprekers komt. De andere luxe is una servicio, een toilet dat zich achterin de bus bevindt en waaruit het aroma (Solo urinaro, gracias!) zich gaandeweg naar voren verspreidt, tot het na een uurtje of twee stoel 27 en 28 bereikt, waar twee Hollanders elkaar eens aankijken. Wat een luxe allemaal!


Het begint schemerig te worden. Het begint te hagelen. We zien sneeuwvelden in het licht van de koplampen. De tweebaansweg is goed geasfalteerd, maar totaal onverlicht en de duisternis wordt dieper en dieper. We moeten maar vertrouwen op de goede afloop. Gelukkig halen we het. Om acht uur s'avonds, na een rit van zes uur, doemt er een zee van lichtjes onder ons op en zijn we weer in de bewoonde wereld. Te weten: in Puno, een stad van zo'n 200.00 inwoners die ligt aan het Titicacameer, het hoogstgelegen meer ter wereld, een ijzig koude plas die deels in Peru, deels in Bolivia ligt.

We zijn weer een ervaring rijker. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten