Calakmul

20 - 22 december 2014

Calakmul is een uitgestrekt bioreservaat met in het midden de ruïnes van wat wellicht de grootste Maya-stad van allemaal is geweest. Vanaf de hoofdweg volg je nog 60 kilometer een smalle weg door het regenwoud. Vanwege de geïsoleerdheid duurde het tot 1931 voordat een Amerikaanse botanist de site ontdekte.

Een wonder eigenlijk dat die oude Maya’s het wisten te vinden... De naam ‘Calakmul’ werd bedacht door die botanist en betekent ‘twee naast elkaar liggende heuvels’, een verwijzing naar de twee reuzenpyramides die er staan.



Als je ergens een India Jones-gevoel (of Dora-the-explorer-gevoel voor de kleintjes onder ons) kunt krijgen is het hier. Na een bescheiden entree en een slingerend pad door het bos stuit je tenslotte op een cluster ruïnes verscholen tussen de bomen. Ook op de trappen en muren groeien grote bomen, geworteld in steen lijkt het wel. Her en der staan stelea (rechtopstaande stenen) met inscripties. Hier bouwde koning die en die, hij leefde van zus tot zo. Dat werk.



Even terzijde: die inscripties hebben een grote rol gespeeld bij de ontcijfering van het Maya-schrift. De Maya’s hadden een echte schriftcultuur en hebben duizenden boeken geschreven (gemaakt van boombast), maar helaas hebben de Spanjaarden het voor elkaar gekregen álles te verbranden, op drie fragmenten na. Wat overblijft zijn de hierogliefen op de muren. Deze zijn echter zo buitennissig, deels figuratief en deels abstract, dat men lange tijd, zo’n beetje tot aan 1960, heeft gedacht dat ze helemaal geen taal vormden maar gewoon versierselen waren, monsters, dieren, fantasie. Uiteindelijk is het een Russiche taalkundige geweest die, geïsoleerd werkend achter het IJzeren Gordijn, in de jaren zeventig de ‘code’ heeft gekraakt. Hij bewees dat het een zogeheten syllabisch schrift is, en dat de symbolen geen pictogrammen zijn (zoals Chinese karakters) of letters, maar zijn opgebouwd uit twee of drie verschillende tekentjes die elk staan voor een lettergreep en aldus een woord vormen. In totaal zijn er zo’n 800 tekentjes bekend, waarvan er tot op heden ongeveer een derde is ontcijferd.


We beklimmen een van de twee reuzenpyramides, om op de top te ontdekken dat de andere toch nog nét iets hoger is. Maar het is warm en benauwd, en Wende is toe aan haar slaapje, dus we geloven het verder wel. Het uitzicht is sowieso al spectaculair. Oerwoud zover het oog reikt, in het noorden Yucatan, in het zuiden Guatamala. Ook daar vind je veel Maya-ruïnes, want de Maya’s komen oorspronkelijk uit Guatamala en Honduras en zijn in de loop der eeuwen met horten en stoten opgerukt naar het noorden, vermoedelijk omdat ze nieuwe landbouwgrond zochten. Vermoedelijk. De stèle met ‘Veel te warm hier, gaan op zoek naar land met lekkere cenotes, doei’ is nog niet gevonden.



Het is anderhalf uur terugrijden naar ons verblijf. We zitten nabij het plaatsje Xpujil, in een resort dat Chicanna Eco Village heet. Houten gebouwtjes met vier verblijven in een tropische tuin, verder een restaurant, een mirador (uitkijktoren) voor vogelaars en een mooi zwembad met het enige pierenbadje van Yucatan. Kunnen Indiana Jones en Dora na hun spectaculaire ontdekking van Calakmul even bijkomen.




1 opmerking:

  1. GEWELDIG. Proost Arturo en dat geldt ook voor Christella ! Groet, WenA

    BeantwoordenVerwijderen