Bangkok

Catastrofes treden zelden in hun eentje op. Het liefst overvallen ze je in groepsverband. Ze trommelen elkaar op en kondigen elkaar aan: de ene ramp is jobsbode namens de andere.
Aldus de fraaie opening van A.F.Th. Van der Heijdens ’Vallende ouders’.

Het was een catastrofe die ons in Bangkok bracht. Geen toeval: het leven van Christel draait om rampen, ‘crisisbeheersing en rampenbestrijding’ luidt officieel de naam van haar vakgebied. Ze werkt in Zaandam en de ergste ramp die ze daar heeft meegemaakt, toevallig ook de eerste, is het afbranden van een cacaofabriek.  Geen lolletje natuurlijk, maar gemeten op wereldschaal –aardbevingen, ontploffende kerncentrales, vliegtuigcrashes– kan het erger.

Neem bijvoorbeeld een tsunami. Dat was nog eens een ramp, 230.00 dodelijke slachtoffers. Reden waarom de internationale rampenbestrijders van deze wereld,  lees de Verenigde Naties, zich zijn gaan toeleggen op het onwikkelen van een Tsunami Warning System: een combinatie van boeien met sensoren, training en voorlichting, evacuatieplannen die de volgende grote golf te snel af moeten zijn. Als die komt. Een axioma uit het rampgebeuren, zo heb ik van Christel geleerd, is dat je je altijd voorbereidt op de vorige ramp.


Een oud-collega van Christel, Lieke, kon meer vertellen over het Tsunami Warning System. Ze werkte voor dat project. Standplaats: Bangkok. Toen ze afscheid nam van haar oud-collega’s riepen deze natuurlijk ‘en we komen een keer langs, hoor!’ Je weet hoe zoiets gaat. Maar het kwam er echt van, twee jaar later. Samen met collega Gerda ging Christel op bezoek: ‘op kraamvisite’ zeiden ze voor de grap want kort daarvoor was Lieke bevallen van een zoontje. Vijf dagen later reisde ik er achteraan. Zo kwamen in in Thailand terecht, dankzij de tsunami.

Daarvoor hadden we nog nooit een seconde overwogen om naar Thailand te gaan. Raar eigenlijk, want het is toch een bekend vakantieland. Maar misschien wel juist daarom. Alles waar Thailand bekend om staat –sextoerisme, partyscene, strandvertier– schrikte ons juist af. Nog steeds waren we niet overtuigd, en ons plan was om na het bezoek aan Lieke zo snel mogelijk af te reizen naar buurland Laos, dat ons exotischer en avontuurlijker leek, in ieder geval onbekender.


Maar eerst dus Bangkok. Ik nam de nachtvlucht vanaf Schiphol: een blanke man, 40 plus, in z’n eentje in het vliegtuig naar Bangkok… Verdacht! Voor ik echter kans had ook maar iets te scoren stonden Christel en Gerda me ‘s ochtends op te wachten en gidsten me via metro en Skytrain (een spoorlijn in de lucht zoals in de Batmanfilms) naar hun appartement. Ja, ze huurden een appartement, niet te zuinig: woonkamer, kamers met eigen badkamer, op het dak van het gebouw fitnessruimte, sauna, een zwembad. We namen meteen maar een duik want het was vies plakkerig warm.

Bangkok wordt wel de warmste stad van de wereld genoemd: overdag is het 30+, ’s nachts 20+, het hele jaar door. Enige verschil is dat het ’s zomers, in het regenseizoen, nog drukkender en broeieriger is dan ’s winters. De Thai vinden het met Kerst dus ‘koud’. (Zelfde met hun eten, wat wij 'gloeiende gloeiende tering wat heet' noemen is voor hun zo-zo.) Fantastische sensatie om nog geen etmaal na vertrek uit guur Utrecht in een zwembad te liggen op het dak van Bangkok Patio en uit te zien over de zee van huizen en flats die Bangkok is. Je voelde wel meteen dat je op reis was. Alleen de cocktails ontbraken nog.



Daarna gingen we op bezoek bij Lieke. Hemelsbreed slechts een paar honderd meter verderop, maar het bleek zeker een kwartier (om)lopen vanwege het merkwaardige stratenpatroon in deze wijk met allemaal doodlopende zijstraatjes (soy’s  geheten). In een klimaat als dat van Bangkok kun je na zo’n tippel meteen weer onder de douche. (De dames bekenden trouwens dat ze voor dit zweetstukje ook wel eens een taxi hadden genomen.) Lieke woonde met man Ruben en zoontje Thom in een mooi appartementencomplex met portier en slagboom en op het dak uiteraard fitness, sauna en zwembad.

Werken voor de Verenigde Naties (in dit geval de UNESCO) legt geen windeieren. Hoewel de organisatie uit idealisme is geboren en ontegenzeggelijk een zegen voor de mensheid is, zorgt zij ook uitstekend voor haar eigen mensen. Ik heb, op bescheidener schaal, hetzelfde meegemaakt bij de vakbond: schouder aan schouder staan met den arbeider, maar ondertussen voor zichzelf de beste arbeidsvoorwaarden van heel Nederland creëren. Het voelt niet helemaal eerlijk, aan de andere kant is het volstrekt logisch, immers: verbeter de wereld, begin bij jezelf, toch? Een vakbond die z’n eigen personeel uitknijpt zal weinig voor elkaar krijgen.

Lieke moest in ieder geval hard werken. Met moeite had ze een dagje vrij kunnen krijgen om met Christel en Gerda op stap te gaan, voor de rest hadden die twee vooral zelf wat door Bangkok gescharreld. Maar deze avond nam Lieke ons mee de wijk in, naar een klein restaurantje voor een paar Thaise specialiteiten. Spicey, vely spicey. Bij de Thaise keuken moet je donders goed oppassen met wat je in je mond steekt. Indruk maakte vooral het gerecht laab, ook wel ‘vleessalade’ genoemd: gewoon een schaal fijngemalen gehakt met veel en frisse kruiden erdoor zoals limoen en koriander. Dat hebben we daarna nog regelmatig gegeten.

THAILAND TIP TOP 1: HET ETEN
Ik ben verre van een connaisseur, niet eens echt geïnteresseerd in eten, maar mijn God wat is de Thaise keuken lekker. Heerlijk vers, fris, mager, smaakvol en pittig – dat alles tegelijk in één kommetje. Fantastisch.

De volgende dag gingen we…fietsen! Met Co! Nou ja, het is Co Van Kessel die het ooit heeft bedacht, een fietstour door Bangkok. (Een Nederlander uiteraard, wie anders verzint zoiets.) In werkelijkheid gingen we op stap met twee goedlachse Thaise meisjes met gele shirtjes en petjes, wier charme (en zwaaiende petjes) zelfs de drukste straten van Bangkok lam legden. Met een man of acht fietsten we op mountainbikes een paar uur door de stad – dwars door de stad. Dwars door Chinatown bijvoorbeeld, door straatjes ter breedte van een fietsstuur soms.






Over schoolpleinen, door markthallen, via tempelcomplexen. Opvallend is dat niemand opkeek van zo’n groep fietsers die ineens passeert, kennelijk waren mensen het hier gewend, of interesseerde het ze geen fluit. Ook staken we per boot de rivier over naar de wijk Thonburi en fietsten daar door een soort stadsjungle vol kanaaltjes (khlongs), over smalle stenen paden waar je niet vanaf moest kukelen. Uiteindelijk werden alle fietsen op een long tail boat geparkeerd en voeren we weer terug. Een geweldige ervaring, zelden zoiets leuks gedaan op vakantie.




THAILAND TIP TOP 2: CO VAN KESSEL BANGKOK TOURS
Leuker dan dit wordt het niet op vakantie.

Bangkok is verder een grote, drukke, moderne stad. Het verkeer is een ramp; we hadden geluk dat ons appartement zich vlakbij een halte van de Skytrain bevond (officieel BTS, Bangkok Transport System) zodat we ons makkelijk konden verplaatsen. Opvallend in het straatbeeld zijn de ontelbare schoonheidssalons, tandblekerijen, massagesalons, kappers: indicatie hoe belangrijk Thaise vrouwen -en mannen wellicht- het uiterlijk vinden. En dat terwijl ze allemaal op elkaar lijken (om even een foute grap te maken).

De laatste avond gingen we uit eten met Lieke en Ruben. We trokken onze beste kleren aan (Christel en Gerda hadden hier speciaal rok en jurk voor meegenomen) en bezochten een exquis restaurant bovenin een flat met prachtig uitzicht. Daarna gingen we ergens anders cocktails drinken, in een bar die The Bunyan Tree heette en gevestigd was op het dak van een wolkenkrabber, verdieping 59. Het uitzicht was ongelooflijk. Als een onrustig slapende draak, nog nasmeulend van de hete dag, lag de stad aan onze voeten. Overal lichtjes, waar je ook keek. Een stijlvolle afsluiting van een weekje Bangkok.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten