Gallisch

17 -  24 juli 2022

Ooit was heel Gallië door de Romeinen bezet. Heel Gallië?! Nee, één camping biedt koppig weerstand: Campix. En daar gaat de familie Frieswijk een weekje kamperen.

Campix klinkt als een personage uit Asterix & Obelix en dat is vast geen toeval. Hier vlakbij bevindt zich namelijk Parc Asterix, een pretpark gewijd aan de onoverwinnelijke Galliërs met hun toverdrank. Natalie is eerder op deze camping geweest en kon hem aanbevelen. Ze had hem gereserveerd en meteen de twee beste plekken laten vastleggen, maar haar boeking was kennelijk met de Franse slag verwerkt want bij aankomst op zondag blijken deze plekken al aan anderen vergeven. Op zoek naar nieuwe lopen we een rondje over het terrein. Campix is gevestigd in een voormalige steengroeve (misschien wel die waar Obelix zijn menhirs maakte…)  en bestaat uit allerlei plateaus en onverwachtse hoekjes tussen het weelderige groen; al snel vinden we twee nog veel betere plekken, op een heuvel en omringd door bomen en struiken zodat we onze eigen ruimte hebben en bovendien volop schaduw. Zo zie je maar weer, het toeval neemt een binnenweg naar het doel, aldus de bekende bard Martinix Nijhofix. 



Inmiddels is het eind van de middag en bloedheet. Terwijl de kinderen gaan zwemmen, zetten wij ons kamp op, bestaande uit een camper en vier tenten, tafeltjes, een hele hoop stoelen en een ingewikkeld stroomschema voor alle mobieltjes. Want we zijn met een flink gezelschap: mijn zussen Natalie en Leonie en ikzelf plus al onze kinderen, zeven in totaal, in leeftijd variërend van 9 tot 21, waarbij je de oudste, Raffaella, natuurlijk geen kind meer mag noemen.  Daarna improviseren we een avondmaaltijd met de noodvoorraad die onder de bank van de camper vandaan komt. En dan kan ons gallische weekje eindelijk beginnen. 

 

De eerste dagen is het verschrikkelijk warm - bij Toutatis, wat is het heet! We halen de 41 graden zelfs. Geen weer om iets te doen en dus hangen we rond bij het zwembad. De kinderen hebben vriendschap gesloten met drie tieners uit het Gooi en Wende, de jongste van het hele stel, doet enthousiast mee met alle spelletjes in het water. Boodschappen doen en koken bij deze temperaturen is een verschrikking, maar het lukt Natalie en mij om een keer pastasalade en een keer aardappeltjes met cordon blue voor te zetten, waarna we uitgeput neerzijgen en Leonie, als chef afwas, het overneemt en samen met de kinderen de boel weer aan kant weet te krijgen. In de loop van de week zal een gestroomlijnd systeem ontstaan van schone vaat links en vuile vaat rechts, maar tot die tijd is het een zootje ongeregeld en een paradijs voor de wespen. Daarna volgt in het donker een potje duizenden of 30 seconds en we sluiten de avond af met een glaasje toverdrank wanneer het inmiddels ‘afgekoeld’ is tot een graad of 30…

Woensdag slaat het weer om. Het is frisser en het regent af en toe. Plan is om naar Parijs te gaan, zo’n 40 km hier vandaan, maar dat is best een operatie vanwege de strikte milieueisen die de Franse hoofdstad tegenwoordig hanteert; de camper heeft keurig een milieusticker en mag vanwege die sticker de stad niet in, en Natalies auto heeft géén milieusticker (stickèèr? nooit van kehoord!) en mag om dìe reden de stad niet in. Uiteindelijk waagt Natalie het er maar op en rijdt illegaal met vijf personen naar Parijs terwijl ikzelf met Leonie, Riemer en Wende naar een stationnetje in de buurt boemel en daar op de trein stap naar Gare du Nord. We treffen elkaar aan het begin van de middag bij het Louvre waar de tieners naartoe willen. Handig, afspreken ergens waar het retedruk is… De rij is echter enorm, een bezoek zit er niet in vandaag; in plaats daarvan lopen we de Tuilerieën in; terwijl de kinderen zich vermaken met een ritje in een reuzenrad doen Natalie en ik gauw boodschappen zodat we in het park kunnen lunchen en een nieuw plan maken. 

Prima, zet daar maar neer.

Wat gaan we doen? Het wordt de Eiffeltoren. Even met de metro op en neer, hoe moeilijk kan het zijn… Maar terwijl het hele zwikkie zich naar een klaarstaande wagon haast, klinkt een luide zoemer en sluiten de deuren en staan Jildou en Leonie nog op het perron, dat wil zeggen Leonie voor driekwart, want haar been bevindt zich al binnen, richting Eiffeltoren. Paniekerig rukt ze zich los en we zien hun gezichten verdwijnen terwijl we wegrijden. We ontmoeten ze weer bij de volgende halte, waar wij proestend van de lach zijn uitgestapt om op de eerstvolgende metro te stappen die gelukkig een geschrokken Jildou en Leonie bevat zodat we weer compleet zijn en we een paar haltes verderop eendrachtig, met z’n allen, verkeerd kunnen overstappen. We lopen vier keer op en neer door dezelfde metrogang langs dezelfde reclameposters en maken bovengronds nog een kleine, zinloze excursie naar een gesloten station dat wordt verbouwd. Zó wordt het bereiken van le Tour d’Eiffel nog een hele tour…  

Maar op wonderbaarlijke wijze, dankzij Amerin die de metrokaart begrijpt, bereiken we tenslotte toch nog deze zomer halte Bir Hakeim en vandaar is het nog een klein stukje wandelen, gewoon achter de andere toeristen aan. Hèhè. Fotomoment. Nog een fotomoment. En nog een fotomoment. Daarna onder het stalen gevaarte doorlopen. En dan is het weer gebeurd, want de tijd dringt, tenminste voor Pharrèl en Jildou, want die twee hebben - geloof het of niet - vlak voor vertrek naar Frankrijk nog kaartjes weten te bemachtigen voor een concert van Coldplay in het Stade de France, hier in Parijs.

Fotomoment van een fotomoment

In een stortbui haasten we ons terug naar het metrostation. Terwijl de meiden met Natalie richting stadion gaan, nemen wij de metro naar de Sacré-Coeur en zodra we boven de grond komen schijnt de zon weer en wacht ons een heerlijke zomeravond. We klimmen de trappen op, bewonderen het uitzicht, gaan niet de kerk in maar brengen wel een bezoekje aan een nieuwe bezienswaardigheid rechts daarvan - de duurste wc ter wereld, komt dat zien! € 2 per persoon, geen geld voor … een keet met wc’s  – en gaan dan op zoek naar een restaurantje, wat niet meevalt omdat Amerin en Riemer per se patat willen eten en de rest verlangt naar iets met meer finesse; het eindigt ermee dat de jongens naar de McDonalds gaan en wij neerstrijken bij een authentieke Franse pizzeria, lekker buiten op het terras. Daarna wandelen we terug naar het Gare du Nord en keren terug naar de camping waar we tegen elven zijn. Een leuk dagje, maar wel een lang dagje, en dat geldt helemaal voor Natalie die, na uren wachten, pas rond tweeën ’s nachts arriveert met de concertgangers.

Donderdag puffen we uit. Vrijdag waagt Natalie zich nog een keer in Parijs met Raffaella, Pharrèl en Jildou om alsnog het Louvre te bezoeken. De rest gaat naar Parc Asterix - dat wil zeggen de rest zonder mij, want ik rij de hele middag met de camper van garage naar garage in een poging een lekke band te laten repareren. Resultaat: negatief. Vooral ik. Met een zwart wolkje van frustratie boven m’n hoofd – flink gallisch, zeg maar - haal ik aan het begin van de avond een blij groepje weer op bij het pretpark. Inmiddels heb ik wel de reserveband onder de camper vandaan weten te krijgen en een compressor gekocht, want het is me duidelijk dat ik zelf aan de slag moet. Gelukkig arriveert die avond Albert, de vriend van Natalie, op de camping en hij helpt me de volgende dag om het wiel te verwisselen, wat gemakkelijker gaat dan ik had verwacht. Vooral omdat Albert het meeste werk doet…

Albert: "Pak jij het wiel, dan duw ik de camper wel omhoog."

Op de laatste avond maken we een kampvuur en roosteren marshmallows. En dan is het alweer zondag, vertrekdag. De ochtendploeg vertrekt om 9:30 uur, met een ongeduldige Raffaella achter het stuur. Natalie, Albert, Amerin, Wende en ik blijven achter en breken op ons gemak het kamp weer af tot helemaal niets meer herinnert aan een chaotische invasie van Friezen. Tegen twaalven vertrekken Natalie, Albert en Amerin. Ik geef de camper nog een beurt - wc leeg, water vol - en rol dan op mijn lekker hard opgepompte reserveband voor de laatste keer de steengroeve uit, langs het weiland met de paardjes, over het landweggetje richting dorp, weer terug in het volle daglicht. Maar wij rijden niet naar Nederland, nee, wij zetten koers naar het zuiden. Op naar het Romeinse Rijk!

2 opmerkingen: