Pisa

24 - 31 juli 2022 

De vakantie gaat naar Italië dit jaar en voor het eerst hebben we vooraf een paar campings besproken. De eerste zit in Vada, niet ver van Pisa. Toscane dus.

De start is wat apart. Wende en ik zitten namelijk al in Frankrijk met de camper vanwege een weekje vakantie met de Frieswijk-clan (zie HIER). Dus stapt Christel zondagochtend in alle vroegte op de Thalys en pikken wij haar op bij een klein stationnetje ten oosten van Parijs en begint vanaf daar het grote boemelen over de Franse péage.

Ons doel is de Fréjus-tunnel naar Italië, maar hoewel we prima kunnen doorrijden blijkt Frankrijk zoals altijd een breed begrip en eindigt onze etappe ergens tussen de Col de la Madeleine en de Glandon, in de Alpen dus, waar we een camperplek opzoeken in een dorpje met de welluidende naam Saint-Georges-d’Espéranche. De volgende dag bereiken we Italië en dalen via Turijn en Genua en eindeloos veel tunnels af naar de vlakke kuststrook onder Pisa, een van de weinige platte stukken - de Povlakte uitgezonderd - in Italië, een land dat enorm bergachtig is: 75% bestaat uit bergen, heuvels of hellingen met chianti of primitivo.

De camping heet Campo dei Fiori, veld der bloemen, en ons laantje draagt de naam Peone, oftewel pioenroos. We zitten op nummer 15, naast een groot Italiaans gezin dat voor Italiaanse begrippen opvallend rustig is, en de andere plek naast ons is leeg en blijft leeg, zodat we flink wat (eigen) ruimte hebben, wel zo fijn. Verder zit alles erop en eraan hier: restaurant, zwembad, animatie en een hoop Nederlandse kinderen zodat Wende hopelijk wat aanspraak heeft. Ze moet echter een beetje op gang komen. Het lijkt alsof ze, net als papa trouwens, moet bijkomen van de drukke familieweek in Frankrijk, want de eerste dagen zit ze tussen het zwemmen door alleen maar met haar neus in de Donald Duck waarvan een enorme voorraad mee is.


Maar daarna komt ze los, en hoe. Ze ontdekt het avondprogramma, eerst van negen tot half tien de kinderdisco en daarna vermaak voor de volwassenen dat de ene keer leuker is dan de andere. Maar het animatieteam is ongelooflijk energiek en enthousiast en gaat er elke avond weer vol voor. Wanneer op een middag wordt omgeroepen dat er die avond een talentenshow op het programma staat, kondigt Wende tot onze verbazing aan dat ze wil meedoen. Echt?! Hoe dan?! Haar plan is een liedje mee te zingen: aanvankelijk ‘Banaan’, later verandert ze dit in een heel wat hippere song uit de film Descendants waarvan ze de soundtrack helemaal kan meezingen. (Wij trouwens ook zo langzamerhand want we hebben hem onderweg voortdurend gedraaid.) 


Van vier tot zes oefenen alle deelnemers met elkaar en dan volgen ’s avonds de optredens in het buitentheater waar iedere stoel bezet is -  ook al omdat er chronisch te weinig stoelen zijn en iedereen aast op elkaars plekje. Maar zo’n honderd man, vrouw, mens, kind zit er zeker. En ik zal niet zeggen dat Wende het publiek tot tranen toe roerde, maar ze deed het leuk en haar act misstond zeker niet tussen de stoet van verlegen dansende en zingende kinderen. Wij waren vooral verrast over dit onverwachte showelement van onze dochter. In ieder geval houdt ze er een innige Snapchat-vriendschap aan over met een van de ‘animeermeisjes’, Maria Chiara uit Rome, met wie ze dagen later nog steeds driftig aan het snappen is.

 

Andere belangrijke plek, naast het theater, is het zwembad. We zwemmen veel, want het is elke dag bloedheet, dik boven de dertig graden zonder een zuchtje wind. Twee ventilatoren moeten de camper ’s nachts een beetje leefbaar houden. Eigenlijk moet je niets doen met zulk weer, maar ja, Pisa lonkt, Wende wil de beroemde scheve toren zien vóór die omvalt. Dus op een snikhete dag die kant op. Uurtje rijden, parkeren aan de rand van het centrum – verder mag onze diesel niet – en per fiets het laatste stuk, wat niet zo veel meer is want Pisa is een bescheiden stadje. De ‘torre pendente’ bevindt zich op het Piazzo dei Miracolo, het plein der wonderen, naast de duomo en een baptisterio (doopkapel); in Nederland zouden we die drie – klokkentoren, kerk en kapel – natuurlijk lekker zuinig in één kerk bouwen, maar de Italianen namen er de ruimte voor en achteraf maar goed ook, anders had het héle zaakje nu scheef gestaan misschien… Hoe dan ook, het is een prachtige plek afgeschermd met een muur uit de twaalfde eeuw.

Wende wil natuurlijk een foto maken waarop het lijkt alsof ze tegen de toren leunt. Ze is niet de enige, want iedereen op het plein – en het is er druk! – is bezig met het maken van dezelfde unieke selfie, zo lijkt het. Toerisme anno 2022. Na die foto is wat haar betreft de lol er ook vanaf. ‘We gaan toch niet die kerk in hè?!’ verzucht ze al bij voorbaat. Dus we lopen een rondje over het snikhete plein en wandelen dan de stad weer in voor een lunch. Een lekker broodje, zo denken wij en speuren de overvolle terrassen af, maar Wende blijft stilstaan bij het vrijwel verlaten terras van een verdwaald sushi-restaurant. ‘Sushi!’ roept ze blij, ons rare kind. En dus eten we in Pisa sushi en pokebowl, en nemen ons voor dat mochten we ooit naar Japan gaan en het plaatsje Sushi bezoeken dat we dan doodleuk pizza gaan eten.

We fietsen nog een rondje door het centrum, op zoek naar een gelateria. Voor het eerst komen er duidelijke herinneringen boven aan onze fietstocht naar Rome, zestien jaar geleden, toen we ook in de bloedhitte Toscane doorkruisten en onder andere Pisa aandeden. (Zie HIER.) Die dag belde mijn vader om te zeggen dat mijn oma Piertje was overleden; ’s avonds barstte er toen een ziedend onweer los boven het Piazza dei Miracoli, alsof de toorn der goden was losgebarsten. We twijfelden of we moesten terugkeren voor de begrafenis, mijn vader raadde het ons af (of beter: hij eiste dat we dóór fietsten) en we zijn toen inderdaad verder gegaan en hebben een paar dagen later in San Gimignano, terwijl ze werd begraven, een kaarsje in de kerk ontstoken ter harer gedachtenis. Mooie herinneringen, aan een tijd ver voor de geboorte van Wende.

Pisa vormt ons enige toeristische uitstapje die week. Wel gaan we een middagje naar het strand en brengen we op zaterdag een bezoek aan … de zus van Christel die, geloof het of niet, twintig kilometer verderop op een camping zit. (Wisten we niet toen we boekten.) We vieren er de verjaardag van nichtje Vajèn, dat 9 wordt, en kunnen haar een kunstig armbandje met haar naam geven dat we in Pisa op straat hebben laten maken door een Oekraïense kunstenaar. We lunchen met een heerlijke Ichnusa erbij (bier uit Sardinië), zwemmen in de zee en drinken nog een cocktail, maar avondeten zit er niet in, want onze camping is om acht uur ‘s avonds chiuso, de slagboom gaat dicht, en graag willen we dan binnen zijn met ons huisje.


En o ja… ik breng nog een paar bezoekjes aan de plaatselijke garage. Want verdorie, de Duckato doet weer moeilijk: de zekering van de motorventilator is doorgebrand en heeft houder en kabel beschadigd – bruschiato noemen ze dat hier, in het Italiaans klinkt dat best aangenaam, een echo van bruschetta, lekker gegrilde broodjes. Uiteindelijk kan alles worden vervangen. Gelukkig maar, want nu kunnen we weer verder. Op naar het zuiden!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten