Florence

5 – 12 augustus 2023

Onze vakantie in Bosnië eindigt dus in Italië. Wat een verrassing. En nu?

Terwijl de kilometers voorbij schieten en de avond nadert, zoeken we driftig naar een leuke camping. Onder Venetië? Bij het Gardameer? Een ander meer? We zoeken ons suf, bellen twee campings van vorig jaar, vol. Maar dan is het raak, op internet vinden we een op het oog prima camping die nog plek heeft. Nadeel: hij zit vlakbij Florence, drie uur rijden naar het zuiden. Voordeel: hij zit vlakbij Florence. Want daar wilde Wende vorig jaar graag naartoe, om de Ponte Vecchio te zien, en dat lukte toen niet. Laten we dat maar doen dan. De koers gaat zuidwaarts, we steken de Povlakte over en arriveren in het donker, rond half tien uur, op camping Mugello Verde, genoemd naar een naburig racecircuit. Na inchecken slingeren we omhoog de helling op, want we staan weer op de bovenste rij. Eind goed al goed.

Zo komt het dat wij onze laatste vakantiedagen doorbrengen in Toscane waar het - anders dan in Kroatië zoals gezegd - heerlijk warm en zonnig is. (En niet meer zo verzengend als een maand geleden toen het hier boven de 40 graden was.) We slapen uit, lummelen wat bij de camper, verplaatsen ons dan naar het zwembad onderaan de helling en lummelen daar verder, al of niet in het water met een bal. Badmuts is weer verplicht hier, gelukkig lagen ze nog in de camper van vorig jaar. Wende trekt nog een paar dagen op, schuchter Engels pratend, met een lief Italiaans meisje genaamd Carole. Zoals wel vaker in Italië kan de camping bogen op een professioneel restaurant en daar eten we op de laatste avond ter afsluiting nog een keer pizza/calzone.

Plus, natuurlijk gaan we tussendoor een dagje naar Florence, een half uurtje hier vandaan. Je kunt met de trein gaan vanuit het dichtstbijzijnde dorp, maar we besluiten toch de camper te nemen, dan hoefden we niet op de tijd te letten en bovendien kunnen dan onze fietsen mee. Want liever te fiets door een heet stadje dan te voet. We parkeren ergens langs de Arno en fietsen langs een fietspad naar het centrum. De vorige keer dat wij Florence bezochten was in 2006, tijdens onze fietstocht naar Rome; ik herinner me de stad toen vooral als te druk en te toeristisch. Anno 2023 is dat natuurlijk nog steeds zo, maar het stoort me nu niet, het is heerlijk om door de smalle straatjes rond het historische hart te cruisen, of gewoon dwars door dat historische hart heen. Over de Piazza della Signoria bijvoorbeeld, waar het Palazzio Vecchio staat en de replica van Michelangelo’s ‘David’. Of langs de grote Dom met zijn opvallende facade van veelkleurig marmer.

We moeten trouwens wel in dat centrum zijn, want de dames willen een ijsje en niet bij een van de talloze verlaten gelaterias waar je binnen een minuut klaar bent, nee, ze willen naar de populairste zaak van Florence midden in de allerdrukste winkelstraat. Venchi is de naam en dat is tegelijkertijd een bekend Italiaans chocolademerk. En dus staan we 20 minuten in de rij, wat wel alle gelegenheid geeft om de chocoladewaterval achter de counter te bewonderen. Hoewel ik niet zo dol ben op ijs neem ik er ook maar eentje. Tenslotte schijnt Florence de plek te zijn waar het schepijs is uitgevonden, rond 1600 door ene Bernardo Buontalenti. Ja mensen, die naam is echt, ik verzin hem niet.

Over ‘buontalenti’ gesproken: we bezoeken ook een museum in Florence, gewijd aan de grootste homo universalis uit de geschiedenis, Leonardo da Vinci. Hier kun je spelen met alle machines en puzzels die nagebouwd zijn aan de hand van zijn schetsen in de vele aantekeningenboekjes die hij bijhield. ‘Interactief‘ is het woord hier, of beter ‘hyperactief’. Leuk om een uurtje te doen, daarna kopen we een boekenlegger en gaan verder.


Naar de Ponte Vecchio dus. Wende heeft vorig jaar een werkstuk over beroemde bruggen gemaakt en daar hoorde deze bij. We slenteren naar de andere kant en weer terug, langs alle chique sierradenwinkeltjes en - op een heel ander niveau – langs alle buitenlandse straatverkopers met een soort gummy-speeltjes die ze demonstreren zodra er kinderen langslopen. Het is het begin van de avond en mooi strijklicht valt over Florence.  

We stappen weer op de fiets om een restaurantje te zoeken en komen uiteindelijk terecht in een zijstraatje van de Piazza di Santa Croce bij - hoe toepasselijk - Casa Toscana. Lekker rustig, lekker buiten, ideale ambiance. Risotto, spaghetti, en voor Wende een lap vlees met de heerlijke naam Arista al forno alla Fiorentina… Genieten.

En dan is het donderdag geworden en begint helaas de terugreis. Voor een groot deel volgen we dezelfde route als vorig jaar. Overnachtten we toen op een camperplek vlak voor de Gotthardtunnel, nu vinden we een plek voorbij de tunnel, op een parkeerplaats aan het Vierwaldstättersee waarin we, in het donker inmiddels, nog gauw een duik nemen. 

‘s Ochtends rijden we nog een klein stukje door om verderop aan het meer te gaan staan bij een prachtige zwemplek die we vorig jaar hadden gevonden (maar waar je niet mag overnachten). 

We doen rustig aan, want we hoeven maar een paar uurtjes te rijden vandaag: straks om vijf uur moeten we in Rust zijn, nabij Straatsburg, waar we deze vakantie die bol stond van zwemmen, zwemmen en nog eens zwemmen met een dikke plons willen afsluiten in een van de grootste waterparken van Duitsland, genaamd Rulantica. 


Het is nog boven de dertig graden wanneer we arriveren. Rulantica blijkt een nieuw, stijlvol ontworpen waterpark met als thema de Vikingen. We hadden gehoopt dat het ‘s avonds minder druk zou zijn (sowieso was het overdag al uitverkocht), maar als dat al zo is, dan valt daar weinig van te merken. Ofwel we moeten voortdurend in de rij staan. Toch lukt het om bijna alle glijbanen een of meerdere keren te doen, en met tussendoor nog een hamburger met friet voor Wende is het een topavond voor ons waterkind. 


Om half elf uur rijden we weg en zoeken in het donker naar een camperplek die wordt aangeraden: op een heuveltje naast een wijngaard. We zijn camper nummer acht en na ons arriveren er nog twee. Geprezen wordt vooral het uitzicht, maar dat zien we natuurlijk pas de volgende ochtend wanneer we een kopje koffie drinken terwijl we naar de Rijnvallei kijken en in de verte de contouren van de Vogezen. En daarna is het rijden geblazen! Terug naar Nederland, door afwisselend regen en zon, tot we tegen half zes voor de deur parkeren in Utrecht.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten