Kroatië (slot)

2 - 5 augustus 2023

Voor Christel en mij is het niet de eerste keer dat we in Hrvatska zijn, Kroatië dus. En in zekere zin voor Wende ook niet, want zij reisde toen, elf jaar geleden, in de buik mee.

Ons bezoek destijds (zie HIER) was een beetje een ongelukje. De vakantie ging naar Engeland, maar het bleek daar zulk slecht weer dat we op stel en sprong besloten de zon op te zoeken en zo kwamen we, half Europa doorscheurend met onze Toyota, in Kroatië terecht. Totaal onvoorbereid, geen idee wat hier te zien viel. Ergens vingen we op dat Zadar een leuk stadje was en de watervallen van Plitvice een bezienswaardigheid, dus die twee pikten we mee. Het was juni toen, voorseizoen, het was rustig overal en we troffen halflege campings. Verder was Kroatië nog een goedkoop land destijds.

Dat is nu dus allemaal heel anders. Dit jaar is de euro ingevoerd en naar verluidt zijn daardoor de prijzen flink opgestuwd, in ieder geval blijkt het land verrekte prijzig geworden. Hoe de Kroaten, die gemiddeld slechts de helft verdienen van wat wij in Nederland verdienen, zichzelf nu bedruipen is me een raadsel – je eigen voedsel verbouwen schijnt een populaire oplossing te zijn.

En verder is het natuurlijk hoogseizoen nu en vreselijk druk. Om die reden hebben we Dubrovnik links laten liggen, beetje spijt van, dus besluiten we Split – een half uurtje rijden boven Omis – maar wel te bezoeken. (Ik ben eerder in Split geweest, als 17-jarige tijdens mijn eerste reis alleen, maar kan me daar weinig van herinneren.) Bijzondere aan Split is dat het oude centrum zich in een enorm Romeins paleis bevindt, het buitenverblijf van keizer Diocletianus dat hij rond het jaar 300 liet bouwen voor zijn oude dag. Het is zo’n 4 voetbalvelden groot en bestaat uit een wirwar van steegjes, pleintjes, hofjes, veelal volgepropt met winkeltjes, ijszaakjes en restaurants en zinderend heet. Passeer je de massieve stenen ommuring door de zuidpoort dan sta je op de boulevard bij de jachthaven en kun je in de baai de cruiseschepen voor anker zien liggen. De opvarenden tref je her en der in de stad, allemaal met een gekleurde sticker op de borst, groepsgewijs achter een gids aan. Merkwaardig fenomeen die cruises. We kopen wat ansichtkaarten en souvenirs en strijken dan ergens neer voor de lunch, want dat hebben we Wende beloofd, het is de enige manier om haar mee te krijgen naar zo’n heet stadje. 

Er komt een bekende voetbalclub uit deze stad, Hadjuk Split, groot in de jaren dat ik voetbal volgde. Voor zijn bescheiden omvang – iets meer dan 4 miljoen inwoners - is Kroatië een verbluffend sterk voetballand. Tijdens ons vorige bezoek in 2012 leefde de bevolking hartstochtelijk mee met het nationale elftal tijdens het Europese Kampioenschap van dat jaar. Het land kwam niet ver, toch bleek er een gouden generatie te zijn opgestaan die onder aanvoering van de ‘Cruijff van de Balkan’, Luka Modric, zes jaar later bijna wereldkampioen zou worden. Heel bijzonder.


Enfin, na dit uitstapje gaan we echt rijden, maar op een of andere manier missen we de snelweg en blijven we maar voort boemelen op een provinciale weg. Leuk om te zien, al die dorpjes en dat lokale leven tussen verkeersdrempels en flitspalen door, maar opschieten is er niet bij. Na een paar uur geloven we het wel: we slaan in bij een Lidl en koersen naar het dichtstbijzijnde meer, waar volgens Google een camping is. Dat blijkt te kloppen. 

 

Het is een heuse do-it-yourself-camping: plaatsje zoeken, geld in een envelopje in een brievenbus en veel plezier! Wat een verademing na die laatste twee grote campings. We gaan bovenop een heuvel staan met uitzicht op het meer en via een klein paadje dalen we af naar de oever. Gauw te water, afkoelen. We hebben deze vakantie al gezwommen in rivieren, snelstromende beken, een zwembad, de zee … kan er nog (een) meer bij? Ja dus.

Na een heerlijk rustig nachtje vervolgen we onze route door het binnenland tot we halverwege de middag Camping Slapic oprijden, niet ver van het plaatsje Karlovac dat bekend is van het Karlovacko-bier, het Heineken van Kroatië - letterlijk, want Heineken bezit de fabriek. We zijn nu in het achterland van Kroatië, het deel dat de zee ver, ver achter zich laat en zich liefst 400 kilometer oostwaarts uitstrekt, naar Hongarije en Servië. Zagreb ligt hier, de hoofdstad. Als je de kaart bekijkt, zie je dat Kroatië met kust en achterland samen Bosnië stevig in de tang heeft – of zoals Wende zegt: het is een soort Pacman die Bosnië opeet.

Toeristen zie je hier weinig … behalve op camping Slapic, waar het stikt van de Nederlanders. Het is dan ook een typische ‘Hollandse’ camping: familiegebeuren, niet te groot en niet te klein, paar veldjes, met tafeltennistafel, zwembad en restaurant en in dit geval ook nog een riviertje met de mooiste natuurlijke zwemplek die ik ooit heb gezien. We springen er meteen maar weer in en laten ons in ons enthousiasme meeslepen door de stroomversnellingen, wat overduidelijk geen goed idee is, want we worden aan alle kanten geschaafd en gebutst door de rotsen onder water. Maar dat mag een detail heten. Voor de rest is Slapic een heerlijke plek en lijkt niets een geweldige laatste vakantieweek in de weg te staan.


Totdat… we de weersvoorspellingen in de gaten krijgen. Dat het noodweer was elders in de regio, in Oostenrijk en Slovenië bijvoorbeeld, was ons niet ontgaan. Zo lazen we dat in Slovenië mensen met helikopters gered moesten worden van de door overstromingen weggevaagd camping Menina - toevallig de camping waar wij een paar jaar geleden vakantie hadden gevierd (zie HIER). Maar nu zagen we dat het slechte weer onze kant op kwam, dat wil zeggen er lagen vier dagen van regen en kou in het verschiet. 

Die eerste dag kwamen we nog wel door, met een frisse duik en tussen de buien door sprinten naar het restaurant. De tweede dag planden we om naar Zagreb te gaan, niet de grootste hotspot van de Balkan, maar ja, ze hadden daar dingen met een dak erboven zoals musea en bioscopen. Toch zaten we stiekem te kijken of het elders misschien beter weer was. Haast overal in Europa was het dramatisch (Nederland kon erover meepraten), maar één land leek de dans te ontspringen: Italië. Heel lang hoeven we er niet over te vergaderen. Nee, we vertrekken.

Op zaterdagmiddag, na een verblijf van welgeteld zeven dagen, verlaten we Kroatië weer. Het is een feestdag vandaag, de Nationale Dankdag, omdat op die dag in 1995 Operatie Storm begon, het offensief tegen de Serviërs dat het land zou bevrijden. Wij stormen het land uit in de regen; pas wanneer we Slovenië binnenrijden schijnt er een waterig zonnetje. Al bij al een merkwaardige echo van die trip 11 jaar geleden: toen dreef de regen ons naar Kroatië, nu er juist vandaan.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten