Aboe Simbel

December 1999
 
Helemaal aan het begin van de cruise had onze gids, Reza, een stenciltje uitgedeeld. Er stonden alle excursies op die je kon doen. Extra, niet inbegrepen in de cruise, de meerprijs was in US Dollar aangegeven

De duurste excursie, $ 150, betrof een bezoek met een vliegtuigje aan Aboe Simbel. Slechts twee mensen uit onze groep meldden zich hiervoor aan: ikzelf, en de enig andere alleenstaande man, een Nederlandse Egyptenaar die z’n land van herkomst wilde leren kennen. De rest boeide het niet of vond het te duur. Begrijpelijk misschien, maar ze beseften niet dat $ 150 een koopje is voor een ervaring die onbetaalbaar is.



Om te beginnen al dat vliegtuigje, zo’n klein propellerdingetje dat je alleen van films kent. Wat een sensatie is dat! Opstijgen, voorbij de Aswandam en dan langs het Nassermeer, blauw blinkend in de stralende zon. Woestijn zover het oog reikt, oker en grijs. Een half uurtje later al de landing en een taxi naar de tempel. Je nadert vanaf de achterkant, waar een kunstmatige heuvel is gecreëerd zodat het nog steeds lijkt alsof de tempel is uitgehakt uit de rots. Langs die heuvel loop je naar de waterkant, waar het Nassermeer in de diepte ligt, en dan draai je je om en sta je oog in oog met de grootste farao van allemaal...Ramses II.


Van achteren...


...en van voren!

Liefst 67 jaar zwaaide de grote Ramses de scepter in Egypte. Hij werd meer dan 90 jaar oud, een eeuwigheid destijds, dus geen wonder dat iedereen, hijzelf incluis, meende dat hij goddelijk was. Onder zijn bewind werd het Egyptische Rijk uitgebreid tot Syrië in het noorden en Soedan in het zuiden. Rond 1300 voor Christus liet hij hier langs de Nijl, aan die verre, onverbiddelijke zuidgrens, een tempel oprichten met als façade vier gigantische beelden van hemzelf, koninklijk zittend. Achtentwintig meter hoog zijn de beelden – flats van vier, vijf verdiepingen. Iedereen die over de rivier Egypte binnenvoer kwam er langs. Don’t mess with me, was de boodschap. I’m the greatest.

(In de verfilming van ‘Lord of the rings’, aan het einde van het eerste deel, varen Frodo en z’n reisgezellen over de rivier het koninkrijk Gondor binnen – langs twee enorme stenen wachters met gestrekte arm, stop! Ik moet dan altijd aan Aboe Simbel denken.)




Achter de imponerende façade ligt een hal met zuilen en beelden. Twee keer per jaar, op 21 oktober en 21 februari, dringt de opkomende zon helemaal door tot de heiligste kamer achterin de tempel en verlicht daar beeldjes van de drie belangrijkste goden, waaronder de zonnegod (Amon-Re) en...Ramses zelf. Dát, en het feit dat de hele tempel inclusief alle beelden uit de rots is gehouwen, getuigt hoe briljant de architecten van het Oude Egypte waren. Naast de tempel van Ramses ligt nog een tweede tempel, iets kleiner van opzet, gebouwd voor de vrouw van Ramses, Nefertari. Als je toch bezig bent.

Het oorspronkelijke tempelcomplex lag tweehonderd meter verderop, en zestig meter lager. Zand uit de woestijn had het in de loop der eeuwen begraven. In 1813 werd de Zwitserse ontdekkingsreiziger Burckhardt door herdersjongens naar de plek gebracht, maar hij zag enkel nog één linker wenkbrauw, zogezegd. Vier jaar later arriveerde de Italiaanse ‘archeoloog’ Belzoni, een krachtpatser van twee meter lang die voorheen als sterke man in het circus had opgetreden. Hij groef de hele tempel uit, zodat de grootsheid van Ramses weer aan het licht kwam, al duurde het nog een paar jaar –Champollion, weet je nog?– voor men kon lezen wie dat eigenlijk waren, die vier zittende reuzen.

In 1838-1839 reisde de Schotse schilder David Roberts door Egypte en maakte een serie schetsen die een prachtig beeld geven van hoe alle bouwwerken er destijds bijlagen. Zijn tekeningen, even mysterieus als romantisch, droegen enorm bij aan de popularisering van het oude Egypte in het Westen. Hieronder zijn tekening van Aboe Simbel.



Door de aanleg van de Aswandam dreigde Aboe Simbel onder water te verdwijnen. De UNESCO organiseerde met internationale geldsteun een unieke reddingsoperatie, die van 1964 tot 1968 heeft geduurd: het hele complex werd in zo’n 1000 reusachtige blokken gezaagd en hogerop de oever als een puzzel voor archeologen weer in elkaar gezet.

Eén raadsel is nooit opgelost: wie was Aboe Simbel? ‘Aboe’ betekent ‘vader’ in het Arabisch. Maar wie was de vader van Simbel? Men suggereert een van de herders die Burckhardt destijds gidsten, maar niemand die het weet.

Het is moeilijk om de blik van de grote Ramses los te laten, om mezelf weg te trekken van deze plek die zo bijzonder en afgelegen is dat ik voorvoel er nooit meer te zullen terugkomen. Ik heb het verste punt van mijn reis bereikt. Vanaf hier gaat het terug: terug naar het noorden, naar Caïro en de piramides.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten