Lombok

Donderdag 20 oktober
Bandar Gudara Internasional Airport, woensdagochtend. Alle mooie praatjes over pittoresk lokaal vervoer ten spijt gaan we toch echt vliegen naar Sulawesi (voorheen Celebes). De veerboot doet er namelijk een paar dagen (!) over: dat is een soort postboot die ieder eilandje onderweg aandoet, en Indonesië telt verrekte veel eilandjes. 

Verder heeft deze boot de reputatie wel eens te willen zinken. Overigens duurt vliegen naar Sulawesi ook nog zo’n drie tot vier uur, zo groot is Indonesië.
Lombok heeft een nieuw internationaal vliegveld, pas drie weken geleden geopend. Gisteren en vandaag was de president op bezoek (die Yudhoyono dus), te merken aan alle politie en leger langs de weg en geblindeerde wagens met escort die soms passeren...en ook aan de danseressen en gamelan-artiesten met trommels en xylofoons op hun schouder die net het vliegveld verlieten, kennelijk na een welkomstconcert.


De afgelopen drie dagen hebben we Lombok verkend. O, wat heerlijk om op zo’n scootertje rond te crossen! Huur is € 4,50 per dag en daar komt dan nog benzine bij die je koopt in literflessen van € 0,50 bij stalletjes langs de weg. Het kost dus een schijntje, maar je voelt je de koning te rijk. De wegen zijn niet allemaal even best. Los van een paar goede hoofdwegen zijn de binnenwegen vaak asfaltschuw en bestaan uit kuilen of los grint, zodat je niet harder gaat dan 15 kilometer per uur. Maar de afstanden zijn zo beperkt dat je zelfs met dié snelheid nog wel ergens komt. Bovendien hebben de overal rondscharrelende kippen en honden dan meer tijd om weg te komen.


Het is ongelooflijk hoeveel bekijks je hebt als bromtoerist. Bij vrijwel ieder huisje en winkeltje dat je passeert (ieder huisje ís trouwens een winkeltje hier) komen de kinderen dolenthousiast het erf afgerend of word je verrast gegroet door de rondhangende mannen. We zullen toch echt niet de eerste buitenlanders zijn die deze mensen zien, maar hun blijheid doet welhaast vermoeden dat ze hun hele leven speciaal op dit ene moment hebben gewacht, dat Arthur en Christel voorbij hobbelen op hun Hondaatjes. In deze mate hebben we dit nog nooit meegemaakt. Indonesiërs zijn ontzettend sociaal en contactgericht, en vooral: nieuwsgierig. Ze willen alles van je weten. Where do you come from? Where are you going? Are you married? Elke keer als je stilhoudt –om op de kaart te kijken, water te drinken, een foto te maken- word je binnen luttele seconden gespot en belegerd door de halve desa. Zelfs als je denkt dat je in de rimboe bent staan er in recordtijd een of twee scooterrijders naast je die je graag de weg willen wijzen. Want de behulpzaamheid is ongehoord.


De mensen van Lombok horen tot het Sasak-volk. Ze spreken een eigen taal, het Sasaks inderdaad, maar uiteraard ook Bahasa, de Indonesische eenheidstaal die door Soekarno is ingevoerd. En een beetje Engels af en toe. Wij spreken één woordje Sasaks, of eigenlijk twee: adeng-adeng en dat betekent ‘rustig aan’. Een toverwoord: zodra je het gebruikt tovert het een grote glimlach tevoorschijn op de gezichten van de toch al goedlachse bewoners. Ah, you speak Sasak! Sediki, zeggen we dan, een beetje. Maar dat is dan weer Bahasa.

De eerste dag zijn we naar Tetabatu gereden, aan de voet van de Rinjani (maar dan aan de andere kant). We waren de enige gast in Hakiki Inn en konden vanuit onze bungalow genieten van een magnifiek groen panorama van rijstvelden en palmbomen, met muzikale begeleiding van kikkers en krekels...tenminste, nádat een powercut de plaatselijke moskee het zwijgen had opgelegd. Indonesië is vergeven van de moskeeën: ieder dorpje, hoe klein ook, bezit er minstens één. En ze hebben allemaal een elektrische omroepinstallatie waaruit vijf keer per dag de gebedsoproep krachtdadig schalt, de eerste al om 4:15 ’s morgens. Er is volgens mij deze reis nog geen nacht geweest dat wij niét om 4:15 wakker werden geallaht. In de Lonely Planet wordt dit aspect meegenomen in de beoordeling van hotels: leuke binnentuin, aardige eigenaar, wel 50 meter van moskee... Het is trouwens opvallend op hoeveel plaatsen ze bezig zijn de moskee uit te breiden of om een hele nieuwe te bouwen. Soms staan ze er op de doorgaande weg voor te collecteren, met emmertjes waar je geld in kan gooien. Bij twee kleine jongetjes deden we er twee stuiterballen bij. De ventjes stuiterden van blijdschap bijna nog hoger dan die ballen. Arthur wa Christel akbar!

Even terzijde: iedereen weet zo langzamerhand dat Indonesië het grootste moslimland ter wereld is. (In de zin van ‘de meeste moslims’, want het belangrijkste moslimland blijft Saoudie-Arabië.) Maar sinds wanneer weten we dat eigenlijk? Is het niet zo dat we islam heel sterk, ja bijna uitsluitend associëren met het Midden-Oosten? En dat we bij Indonesië eerder denken aan traditioneel geloof, stille kracht, goona goona, rituelen etcetera? Ik bedoel, Multatuli heeft het toch ook niet over moskeeën. Toch? Haha. Toevallig heb ik de ‘Max Havelaar’ vorig jaar herlezen (kreeg een mooie uitgave van m’n broer) en voor het eerst viel het mij op hoe vaak er muselmannen, al-hadji’s en minaretten voorkomen in dat boek. Ik kon mij dat totaal niet herinneren van eerdere lezingen. Wat het volgens mij betekent, heel simpel, is dat de blik van nu (waarin islam in Nederland op de agenda staat) kleurt wat je leest, terwijl je er in de jaren tachtig (toen islam hoegenaamd niet bestond in Nederland) gewoon overheen las. Feit is dat de eerste moslimhandelaren Indonesie al in de 7e eeuw aandeden en dat ‘het land’ (lees: Java)  sinds de 15e eeuw goeddeels geïslamiseerd is.

De tweede dag zijn we naar Kuta gereden, aan de zuidkust. Het binnenland van Lombok is vreselijk droog en dor en lijkt te smeken om water. We zitten nu ook aan het eind van het droge seizoen; volgende maand, november, moet het regenfeest weer losbarsten en het eiland veranderen in een groene oase. In tegenstelling tot het noorden met z’n rijstvelden tref je hier vooral tabaksaanplant. Maar dezelfde vrouwtjes werken op het land met dezelfde strooien hoedjes. Lombok oogt best armoedig....deels. Veel hutjes van bamboe en riet, hoewel afgewisseld met stenen huizen. Veel vrouwen blootvoets op straat die grote zakken of manden of stapels hout op hun hoofd vervoeren, hoewel afgewisseld met blitsjochies op scooters met zonnebril en mobieltje. Het is vaak moeilijk te zeggen waar armoede in schuilt. Toerisme levert altijd geld op, maar op Lombok staat dat nog in de kinderschoenen, vergeleken met Bali en z’n geoliëde toeristenindustrie. Overigens lijkt dat te veranderen. Er is dus sinds kort een internationale luchthaven, er wordt zichtbaar gewerkt aan wegverbreding, de Chinezen gaan een nieuwe kolencentrale bouwen én er wordt al jaren gepraat over een megalomaan bouwproject met oliegeld uit Dubai om van Lombok’s zuidkust een soort Benidorm te maken. Voor het welzijn van Lombokezen waarschijnlijk een verbetering, maar voor ons tweeën, reizigers op het smalle randje tussen een beetje avontuur en een beetje comfort, hoeft het niet zo nodig. Lombok is precies goed zo.


Want neem nou die zuidkust...een plaatje gewoon! Eén langgerekte serie droombaaien, de een nog mooier dan de ander, allemaal met spectaculaire rotspartijen en tintelwitte stranden en dezelfde kristalheldere zee van lauwwarm water. En dat heb je zo’n beetje voor jezelf, want toeristen zijn er nauwelijks. Behalve...surfers. We ontdekken dat deze kust een befaamde surfbestemming is en in het kleine vissersplaatsje waar we overnachtten, Gerupak, loopt inderdaad een stelletje Australische surfdudes rond. Maar verder is het lekker rustig, zeker als rond zessen andermaal de stroom het begeeft en Allah het weer kan vergeten voor die avond. Bij kaarslicht eten we viskoekjes en gado-gado met rijst terwijl we uitkijken op iets groots en donkers dat zachtjes kabbelt.




De derde dag keren we terug naar onze uitvalsbasis, Sengiggi in het noorden, maar niet na gebadderd te hebben bij het mooiste strand dat we ooit hebben gezien. Zand zo zacht als duizenden donzen veertjes, water van het blauwste blauw, en schoon, schoon... We houden de locatie voor onszelf. Dit is ons geheim. Laat Dubai er met z’n vette oliepoten afblijven!
En zo eindigt ons verblijf op Lombok. Next is Sulawesi.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten