Naar Groningen

Maandag 24 april 2006

Het is zover: de start van mijn Pieterpad. Maar de eerste uitdaging is om uberhaupt in Pieterburen te komen zonder auto. Eerst met de trein naar Groningen, vandaar een boemeltje naar Baflo en dan bus 68 naar Pieterburen. Op papier, althans. 

Helaas mis ik het boemeltje en moet een uur wachten op het volgende, en als ik tenslotte in Baflo uitstap blijkt de eerstvolgende bus pas drie uur later te gaan. Wat nu? Het is nog zo'n 7 kilometer. Lopen is geen optie natuurlijk. Dan maar liften. Vroeger, in m'n studententijd, liftte ik door heel Europa, maar dat is jaren geleden en de jeugdige charme waarmee ik toen de automobilisten verleidde (dat maakte ik mijzelf tenminste wijs) is enigszins aan sleet onderhevig. Maar misschien valt het niet op, als je komt aanrijden met een vaartje van twintig, dertig kilometer per uur. Het moet maar. Daar gaat m'n duim omhoog. En verrek, de eerste auto stopt. Een oudere vrouw is bereid me wel even te brengen. Ach, dat is waar ook, dat was ik na al die tijd vergeten: op het platteland is liften nooit een probleem, mensen staan daar nog klaar voor elkaar.




De zon schijnt in Pieterburen. We passeren de zeehondencrêche aan het begin van het dorp. Ik word afgezet bij een kerk met een botanische tuin, Domies Toen. De tuin van de heer, schat ik zo. De route start bij café Het Wapen van Hunsingo. Er hangt een bordje aan de gevel: Start Pieterpad, Maastricht 464 kilometer. Naar dat bordje kijk ik terwijl ik bij het café-restaurant er tegenover koffie drink en een pannenkoek eet en geniet van het zonnetje. Het is heerlijk weer geworden. Ik zou hier de hele middag wel willen zitten, maar dat mag niet, ik moet op stap. Om half vier hijs ik eindelijk m'n rugzak op m'n rug en begin aan het Pieterpad.




M'n bedoeling is om in anderhalve dag naar Groningen te lopen, waar Leonie woont, m'n zus. Dat is een kleine 30 kilometer. Vanmiddag moet ik dus in ieder geval 10 kilometer afleggen. In opperbeste stemming verlaat ik Pieterburen. Ik heb er zin in. Na een half uurtje kom ik twee wandelaars tegemoet, een ouder stel, blij dat de finish in zicht is. Ik had verwacht dat het zwart zou zien van de wandelaars, mar na deze twee kom ik verder helemaal niemand meer tegen. Alleen mijzelf. Na een uurtje passeer ik Eenrum en de eerste pijnlijke plekken dienen zich aan, ongelogen, dus ik ga meteen maar in de weer met blarenpleisters.

Eenrum
Tegen zevenen heb ik m'n 10 kilometer afgelegd en ben ergens in de buurt van Winsum en zoek naar een plek om te overnachten. Helaas werkt het landschap niet echt mee. Overal waar ik kijk is het kaal en plat, nergens zie ik een heuvel of een bosje om onopvallend m'n tentje neer te zetten, en bovendien stikt het hier van de boerderijen. Tenslotte loop ik maar een eind een weiland in, naar twee eenzame wilgen (nou ja, ze hebben elkaar dan nog) en maak daar m'n kamp. Een haas schiet verschrikt weg. Het gekrijs van de grutto's en kievitten is oorverdovend. De hemel is hoog en weids boven het uitgestrekte Groningse land. Ik eet wat en zie langzaam de zon ondergaan.



----------------------------------------------------------------------------------


Dinsdag 25 april 2006

's Nachts koelt het af tot 6 graden. Geen probleem voor m'n comfortabele mummyslaapzak. Als ik 's morgens de tent openrits en me openstel voor adembenemende vergezichten -bergdalen vol rododendrons, stromende beken- zie ik in de verte groepjes scholieren naar Winsum fietsen. Ik ben meteen wakker. Niks Himalaya hier. Toch zijn ook de met dauw bedekte velden een lust voor het oog. M;n water is op, ik kan dus geen koffie zetten. Daarom maar gauw naar Winsum gelopen. Op dit vroege uur is echter nog nergens koffie te krijgen, er rest mij dus niets dan een fles water te kopen en m'n eigen koffie te maken, ergens aan de rand van het dorp, achter een voetbalveld. Koffie zwart, een 1-1-tje in kantoortaal. Hoe toepasselijk hier bij dit voetbalveld.

'Wandelen toegestaan'...gelukkig maar...
Vandaag voert de route via Garnwerd en het Reitdiep naar Groningen. Het Reitdiep was ooit een woeste rivier die in vorige eeuwen regelmatig voor overstromingen zorgde in de stad Groningen, maar natuurlijk hebben wij Hollanders sluizen gebouwd en nu is het een zacht keuvelend stroompje waar plezierjachten een beetje rondtutten. Eigenlijk is alle land boven de stad Groningen het gevolg van inpoldering, en daardoor zo plat als wat. De grond is zeer vruchtbaar en je struikelt over de enorme boederijcomplexen die nog getuigen van de grote welvaart van de herenboeren vroeger. Mensen noemen dit landschap vaak saai, maar ik hou ervan. Misschien omdat ik ben opgegroeid in een zelfde soort landschap, de noordwesthoek van Friesland. Of misschien omdat ik gewoon saai ben.

Het weer is prachtig, maar m'n voeten doen zeer. Op een klein stukje weiland na volgt de route vandaag steeds de gewone weg, asfalt dus. Dat doet m'n voeten geen goed. En verder is m'n rugzak misschien ook wel te zwaar. Toch vorder ik gestaag en ben veel te vroeg in Groningen, zodat ik mij genoodzaakt zie een uurtje te verpozen in het gras aan de waterkant, met het zonnetje op m'n gezicht. Erg vervelend. Tegen vijven loop ik naar het huis van Leonie. Een tijdje terug ontdekten we tot onze stomme verbazing dat de route langs de straat komt waar zij woont. Nu je het zegt, zei ze toen. Ik zie inderdaad wel opvallend vaak wandelaars voorbij komen.




Bij Leonie thuis wacht me een voetenbad, in haar voetmassage-apparaat, en een behandeling met speciale olie. Precies wat ik nodig heb. Je kunt wel een handeltje beginnen, zeg ik tegen haar. Bordje op de deur, voetmassage. Met al die wandelaars loop je zo binnen, haha. 's Avonds gaan we uit eten, zij trakteert. Wat een lieve zus heb ik toch!



---------------------------------------------------------------------------------

Woensdag 26 april 2006

De volgende ochtend vertrekt ze vroeg naar haar werk. Ik neem m'n voeten nog eens onder handen (?) en loop op m'n gemak naar het station, via het Noorderpark, waar ik de boom herken ik waaronder ik 23 jaar geleden heb zitten zoenen met een vakantievriendinnetje. Ongelooflijk wat een mens allemaal onthoudt in z'n leven. Of wat hij vergeet... Ik maak een kleine omweg naar de Grote Markt, om even een blik te werpen op...die grote toren, kom, hoe heet hij ook alweer... De terrassen worden uitgestald, een schoonmaker veegt het plein. Ik begeef me naar het station en beëindig de eerste etappe.

Martinitor'n

Geen opmerkingen:

Een reactie posten