Natuur

Woensdag 25 juni 2008

Van Ede naar Otterlo, 22 kilometer. Het zal vandaag een warme zonnige dag worden, maar omdat ik voor de verandering eens vroeg op pad ben (half tien) heb ik nog te maken met een frisse ochtendbries. Gelukkig loop ik vanaf station Ede-Wageningen zo het bos in. 
 
Ik bevind mij op landgoed Sysselt en dat vormt het begin van ‘ons’ grootste natuurgebied, de Veluwe, u allen welbekend natuurlijk. En als om haar status te benadrukken, van Natuur met een grote N, tovert de Veluwe meteen, nee, niet een konijn uit een hoge hoed, maar een ree tevoorschijn, dat strammig weghuppelt tussen de boomstammen. Welkom meneer.
  
De Veluwe beslaat ca. 1000 km2. Ooit bestond het hele gebied uit bos, maar in de loop van duizenden jaren kapten onze voorouders alle bomen (voor bouwland, voor houtskool) zodat het omstreeks de 17e eeuw een kale heivlakte was geworden. Stuifzanden kregen vrij spel. Met gevoel voor dramatiek schrijft het gidsje: “Er zijn volledig ondergestoven nederzettingen teruggevonden, waar de bewoners door het zand uit verdreven waren.” Mede daarom, èn omdat er grote behoefte was aan dennenstammetjes om de kolenmijnen in Limburg te stutten, werd eind 19e eeuw begonnen met systematische boomaanplant. Anno 2008, ruim een eeuw later, is alles dus terug bij het prehistorische. De Veluwe zoals wij die kennen is weer een en al bos: het is die grote groene vlek op de kaart van Nederland, drie dagen wandelen van west naar oost of, voor de haastigen onder ons, een klein half uurtje rijden.
  
Een paar uur loop ik over stille bospaden, enkel gepasseerd door een paar ruiters en een paard met wagen. Dan hoor ik geschuifel in de ondergroei dat anders klinkt dan het eeuwige geritselratsel van kleine muisjes en vogeltjes, zwaarder, voller. Ik blijf staan. Lichtbruine schimmen zoeken dekking tussen de struiken. Nieuwsgierig stap ik die kant op, met trage omzichtige passen, een zinloze poging geen geluid te maken op het hels krakende tapijt van droge bladeren. Weer schieten ze weg, de schimmen, en nu zie ik dat het twee jonge zwijntjes zijn, ze rennen dieper het bos in, en als ik er achteraan ren zie ik nog meer zwijntjes, drie, vier, en bovendien, HO… Ik hou m’n pas in, en m’n adem. Van links dendert het moederzwijn voorbij, groot, massief, donkerbruin, en verdwijnt samen met de jonkies in de schaduw onder de bomen. Wow! Natuur met een grote N.
  
Hier en daar wijkt het bos even voor een zandvlakte of een heideveld. Zo passeer ik bijvoorbeeld de Ginkelse Heide, de plek waar in 1944 de Engelse parachutisten landden om de brug bij Arnhem in te nemen, die een brug te ver bleek. Ook kom ik langs het Mosselsche Zand, een stuifzandvlakte waar het ongenadig heet is.

Ik drink koffie in een nederzetting van twee boerderijen die om een of andere reden de naam Mossel draagt. Deze plek is met de fiets bereikbaar, dus veel senioren op het terras. Er sluipt een rode kater rond met een sluwe blik die weinig goeds voorspelt. Hij snuffelt aan een fietstas, wrijft z’n kop ertegen en pist er dan met trillende staart tegenaan. Ook dat is natuur.

Het laatste stuk voert door een stuk bos dat Planken Wambuis heet, ook al zo’n merkwaardige naam. Ik denk na over wat mij aantrekt aan natuur. Bijzondere interesse in natuur heb ik niet: toegegeven, ik zoek wel eens iets op in mijn ANWB-natuurgids, een boom of een plant of heel soms een vogel, hoewel ik gevogelte maar een saaie zijtak van ’s werelds fauna vind. Maar echt belangrijk vind ik dit soort informatie niet en ik vergeet het ook meestal snel weer. Ik onderga natuur meer dan dat ik ernaar kijk. De geuren, de geluiden, de uitzichten, daar gaat het me om: het totaal van zintuiglijke indrukken dat samenkomt in een sfeer, een aanwezigheid, een realiteit om me heen waarin ik wil opgaan. Sommige landschappen roepen dat gevoel sterker op dan andere. Bossen zijn goed, rivieren zijn beter, bergen zijn het best, en alle drie samen zijn onweerstaanbaar.

Wordt vervolgd. Want ik nader Otterlo al, dat smakelijk in het bos ligt als het peperkoekhuisje van Hans en Grietje. Hier begint park De Hoge Veluwe, maar daar waag ik me een volgende keer wel aan. Genoeg natuur voor vandaag.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten