Tioman 2

 11 - 16 september

Luieren op een tropisch eiland. Zwemmen, duiken, rijst eten in vele varianten en Pluk van de Petteflet lezen. Zie hier het leven op Tioman.

Salang is een klein stukje op de jungle veroverde beschaving. Een paar restaurantjes, een paar duikshops, een supermarktje, plus hutjes voor toeristen. Na een dag weet je waar alles is en na nog een dag heb je het gevoel dat je iedereen kent. Van de rastafari die Bob Marley draait in z’n duikshop tot de verveelde serveersters van restaurant Salang Beach Resort. Het is klein en geïsoleerd. 





Er zijn een paar betonnen paadjes die snel doodlopen in het oerwoud dat aan alle kanten als een groene muur oprijst – alleen met de boot kom je hier weg. Uit de jungle komt een stinkend modderig stroompje gekropen waarin monitor lizards scharrelen, hagedissen van anderhalve meter lang. “Lijken wel dinosaurussen,” zegt Wende.


De eerste paar dagen is het erg rustig, maar op woensdag stromen ineens de Maleisiërs binnen. Ze hebben vakantie, morgen (16 september) is een nationale feestdag, Malaysia Day, op die dag in 1963 werd de staat Maleisië opgericht. In Puteri Salang Inn, waar het zo stil was dat je de kokosnoten kon horen vallen, zijn alle 17 huisjes plotseling bezet en eigenaar Eddy rijdt op z’n brommer met zijspan af en aan met bagage. Het is opvallend hoe weinig buitenlanders je hier ziet, haast alle toeristen zijn Maleisiërs zelf. 

 


Ze doen precies dezelfde dingen als wij (los van Pluk lezen), alléén: zij doen het volledig gekleed. Dames, heren, kinderen, iedereen gaat te water met een hoop kleren aan, alsof ze moeten oefenen voor hun afzwemmen. Hier en daar badderen zelfs vrouwen in boerka, met een knalrood reddingsvest er overheen. Een schril contrast met Wende die de halve tijd ongegeneerd in haar blote kont rondloopt.


Zo’n honderd meter van het strand ligt een groot vlot in het water. Elke dag zwemmen we er met Wende heen. Wende draagt zwembandjes, maar eerst ging de ene stuk –Christel: ai, Wende heeft een lekke band– en daarna de andere, dus grotendeels zwemt ze op eigen kracht en dat gaat prima, ze vindt het ook leuk. Onderweg passeer je koraalbanken waar kleurrijke visjes rondzwermen die, als ze de kans zien, naar je voeten happen. Er wordt hier veel gesnorkeld, en gedoken door beginners. Wij zagen zelfs een schildpad en een rog langs het vlot trekken.


Maar de betere duikplekken liggen iets verder weg, rondom een klein eiland dat pal voor Salang in zee ligt, tien minuutjes met de boot. Christel en ik zijn er elk een dagje wezen duiken met Azmi Divers, ja die van die rastaman. Helaas was het zicht onder water niet denderend, maar wel troffen we mooi koraal aan, onder andere een smalle canyon vol waaierkoraal waar je doorheen moest. Andere plekken in Maleisië zijn waarschijnlijk beter, dit was alleen een voorproefje, to get our lips wet zoals de Engelsen zeggen.

 

En als na zo’n dagje het zout en het zand thuis zijn weggespoeld, en Wende weer een emmertje nieuwe schelpjes heeft geleegd op de groeiende berg voor onze veranda, is het tijd voor het avondeten. Zeg maar: rijst. Af en toe een visje van de barbecue erbij, of wat frietjes voor Wende. Alcohol is haram en schenken ze in Salang niet, maar het dorpje is gezegend met een duty free shop waar je drank en tabak kunt kopen, en dat kun je meenemen naar je restaurant, dus zo komen we aan ons bier. Heineken is populair hier, plus een merk genaamd Hollander dat in een Heinekenachtig groen blikje zit en volgens het etiket in Terneuzen wordt gemaakt. Ik had er nog nooit van gehoord. Overigens zijn de Maleisiërs zelf verslingerd aan ijskoffie in blikjes Nescafé. Je moet ergens je kick vandaan halen.


Terug in het donker naar ons huisje met Wende –“ik ben een beetje moe-hoe”– op de schouders. Ventilator aan, klamboes ophangen, tandjes poetsen. En dan nog twee verhaaltjes uit Pluk van de Petteflet, hetzelfde exemplaar waaruit Christel vroeger zelf is voorgelezen. Ergens tussen negen en tien, vakantielaat, kruipt Wende in haar “tentje” en valt als een blok in slaap, door niets en niemand meer wakker te krijgen – een klein, ontspannen mensje met al een aardige teint op haar gezicht, die iedere ochtend weer vrolijk het avontuur van de nieuwe dag tegemoet treedt. Gezegend zijn we met haar: dat zeggen we tegen elkaar als we op de veranda de avond afsluiten. Zie hier het leven op Tioman.


2 opmerkingen: