Krabi

13 - 15 december 2016

Nachttrein in Thailand: geweldig weer. Geen slaapcoupé ditmaal, maar een second class sleeper, dus een wagon met luxe bankjes die ’s avonds worden omgetoverd tot bedden. Maar dat hoef je niet zelf te doen.


Rond half negen, negen uur verschijnt er een treinsteward die routineus de boel verbouwd. Stoelen tegen elkaar, matrasje uitspreiden, fris wit lakentje erover, kussentje, dekentje, gordijntje ervoor…et voíla. Een treinstel vol prima slaapplekjes. Vooral de benedenbedden zijn heerlijk ruim, zó ruim dat Christel er samen met Wende de nacht doorbrengt. Eigenlijk wilde Wende boven slapen, natúúrlijk, maar toen ze zich eenmaal daarboven had geïnstalleerd en met een blij koppie door het gordijntje keek kwam de treinsteward het verbieden, te gevaarlijk vond hij. Misschien had hij wel gelijk, de bovenste bedden hadden geen reling en de trein schudde nogal. Dus hebben we allemaal beneden geslapen en een paar honderd bhat over de bhalk gesmeten.


 
Kwart over zeven ’s ochtends komen we aan in Surat Thani, ergens halverwege die dunne voelspriet waarmee Thailand het zuiden aftast. Samen met tientallen verfrommelde backpackers stommelen we de trein uit en laten ons door kordate dametjes rechtstreeks naar een reisbureau tegenover het spoor escorteren waar verder transport kan worden geregeld. Iedereen krijgt een passend stickertje opgeplakt. Surat Thani is een bekend knooppunt. Linksaf ga je naar de Golf van Thailand, waar eilanden als Koh Samui en Koh Phangan liggen. Die laatste staat bekend als een feesteiland vanwege z’n full moon party’s. Toevallig is het over twee dagen volle maan, en de bulk van de toeristen heeft dan ook het blauwe stickertje dat bij Koh Phangan hoort. Ons gezapige gezinnetje gaat echter rechtsaf, naar de Indische Oceaan met eilanden als Koh Lanta en Koh Phi Phi en iets verder weg het populaire Phuket. Aan die kant van Thailand is het duikseizoen nu beter.

We moeten nog twee uur met de bus, naar Krabi, en dan nog een half uurtje met een minibusje, naar Ao Nang Beach waar ons hotel staat, het Holiday Inn Resort. Inderdaad, het Holiday Inn. Niet helemaal onze stijl, en ook niet helemaal ons budget, maar we wilden Wende trakteren op Kids Club en kinderzwembad met glijbanen. En daar hebben we geen spijt van gehad. Van de anderhalve dag die we in het Holiday Inn hebben doorgebracht heeft Wende zowat anderhalve dag in de Kids Club gezeten. Ketting maken, masker schilderen, schminken, boekjes bekijken, met het keukentje spelen…ze heeft er alles uitgehaald, samen met haar vriendinnetje Chloe, een rastameisje van 8 uit de Seychellen.

 
Ondertussen lagen Christel en ik bij het zwembad en kwamen eindelijk eens aan lezen toe. Christel is nog steeds bezig met ‘Freedom’ van Jonathan Franzen dat ze op Schiphol heeft gekocht en sinds Australië, drie landen geleden, aan het lezen is; en ik probeer hardnekkig m’n Vietnamstudie af te ronden met de boeken die ik in Vietnam heb gekocht, ook alweer twee landen geleden. Af en toe bij Wende kijken, even een duik nemen om af te koelen, om 14 uur 57 naar de Island Bar zwemmen voor twee Chang-biertjes en zodra we de eerste slok genomen hebben de bel horen luiden van het happy hour, tingelingeling everybody, twee voor de prijs van één… Eerlijk is eerlijk, de hele familie vermaakt zich uitstekend in het Holiday Inn. Ruige rondtrekkers die we zijn voelen we ons een beetje decadent, maar we beschouwen de luxe maar als een cadeautje voor onszelf, ter gelegenheid van onze honderdste reisdag.

 
’s Avonds maken we de aftrap van het kerstseizoen mee. In de lobby wordt de grote kerstboom feestelijk verlicht, een koor van Thaise meisjes (en één jongen) zingt kerstliedjes, we krijgen een drankje en een gebakje en de general manager wenst ons allen happy christmas. We hebben het vaker meegemaakt, maar het blijft raar, kerst in een tropische setting waar de mussen dood van het dak vallen. Echt in kerststemming zijn we niet. Waar het ons vooral aan herinnert is dat het einde van onze reis nadert, want de planning is dat we met kerstmis gewoon weer bij paps en mams onder de boom zitten, boordevol verhalen en jetlag. Nog één uitstapje scheidt ons van dat bitterzoete lot: Koh Lanta.


 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten