Tioman 1

Tioman

9 - 11 september 2016

Vanuit Singapore rij je in een half uurtje via een dam naar Maleisië. Je komt dan in Johor Bahru. Hier moesten we een paar uurtjes wachten op het busstation omdat de eerste bus naar Mersing pas ’s kwart voor zeven avonds vertrok.


Dat gaf ons gelegenheid wat te eten, geld te halen –Maleisische ringgits, vier voor een euro–  en een telefoonkaart te kopen. In Sri Lanka vorig jaar zijn we begonnen dingen telefonisch te regelen en dat was ons goed bevallen, dus wilden we dat opnieuw proberen. M’n eerste telefoontje ging naar het hotel van vannacht, Merlin Mersing Inn, om te zeggen dat we laat zouden aankomen. Uiteindelijk waren we er tegen tienen, na een rit in een soort rijdende vriezer, een bus die ijskoud was van de loeiende airco. We hadden één kleedje bij ons waar we Wende in konden wikkelen, die heeft heerlijk liggen slapen. Zelf konden we alleen maar denken w-w-weer wat geleerd v-v-voor de v-v-volgende b-b-busreis.



Vanuit Mersing vertrekt de ferry naar Pulau Tioman, een van de tropische parels voor de oostkust van Maleisië. De volgende dag, tussen zwemmen en luieren door en spelen met Twilight Sparkle, Pinky Pie en al die andere Fucking Ponys, regelden we met wat rondbellen de overtocht en accommodatie. Het viel ons mee hoe gemakkelijk dat ging, want het eiland is zeer in trek, ook bij Maleisiërs zelf, en inmiddels was het weekend én schoolvakantie hier. Enige nadeel: de boot –er gaat er maar één per dag– vertrekt ferry early, om half zeven ’s ochtends, en je moet er een uur tevoren zijn om in te checken. Dat betekende dus vier uur ’s nachts op. Maargoed, als je dan na twee uur varen weer voet aan wal zet in Salang en even het panorama op je laat inwerken –een halvemaanvormige baai met de primaire tropenkleuren: wit strand, azuurblauw water en groene palmen– dan weet je dat het zetten van de wekker, eigenlijk de telefoon, meer dan gerechtvaardigd was.



Ook de Puteri Salang Inn die we uit de gids hadden gekozen was een aangename verrassing. Zeventien houten huisjes in een wijde cirkel rond een grasveld met kleine boompjes en  hangmatten. “The most peaceful place in Salang,” schrijft de Rough Guide en dat moet waar zijn, temeer omdat om onverklaarbare reden haast alle huisjes leeg staan. Fantastisch stil dus, alleen vogelgeluiden uit de omringende jungle, een ruisend beekje én...de moskee, want dit is Maleisië en Allah komt overal. Op deze plek gaan we voor 110 ringgit per nacht –reken zelf maar uit– een tijdje onthaasten. De dames zijn al begonnen, want die liggen, half tien ’s ochtends inmiddels, nog steeds in bed. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten