24 - 26 september 2016
Kota Bharu, hoofdstad van de staat Kelantan, ligt in het uiterste noordoosten van Maleisië, tegen de grens met Thailand aan. Het heeft bijna een eeuw geduurd voor de Britten, die Maleisië in 1824 overnamen van de Nederlanders, zover kwamen. Om die reden geldt Kelantan nog steeds als het meest ‘oosterse’ en ‘Maleisische’ deel van het land.
Kota Bharu, hoofdstad van de staat Kelantan, ligt in het uiterste noordoosten van Maleisië, tegen de grens met Thailand aan. Het heeft bijna een eeuw geduurd voor de Britten, die Maleisië in 1824 overnamen van de Nederlanders, zover kwamen. Om die reden geldt Kelantan nog steeds als het meest ‘oosterse’ en ‘Maleisische’ deel van het land.
In de praktijk betekent dat: meest islamitisch.
Goudversierde moskeeën, zuilen met de geopende Koran op de top, veel Arabische
teksten, halal eten en opnieuw –na Tenggol– geen bier. Al een week staan wij,
dorstige reizigers, droog. Maar dat terzijde. Maleisië telt dertien staten en die
zijn behoorlijk autonoom. Kelantan wordt geregeerd door een islamitische partij
(PAS) en kent sharia-wetgeving; een paar jaar geleden wilde de PAS lijfstraffen
invoeren, maar dat streven is geblokkeerd door de federale regering in Kuala
Lumpur. Maar aan de alcohol zijn ze in Kuala Lumpur nog niet toegekomen,
kennelijk.
We zijn in Kota
Bharu gekomen met de bus. Wat zeg ik? Dé bus. De beste bus die we ooit hebben
gehad, en we hebben er wat gehad! Een dubbeldekker met stoelen als ware
fauteuils, meer beenruimte dan we benen hebben, airco en zelfs een
wifi-symbooltje op de buitenkant (maar geen wifi binnen). O, hadden we tijdens
die eindeloze rammelbusreizen in India of Peru of weet ik waar dit koninklijke
exemplaar maar altijd gehad! De zes uurtjes vliegen voorbij.
Gelegenheid om
een hotel te regelen hebben we nog niet gehad; de paar uit de reisgids die ik
bel vanaf het busstation zitten vol; we besluiten maar op de gok naar een soort
appartementencomplex met zwembad te gaan dat we in een Wifi-flits voorbij zagen
komen. Alleen de naam weten we, geen adres of telefoonnummer. Helaas zegt het
de taxichauffeurs vreemd genoeg allemaal niks en pas na veel soebatten en het
tonen van een foto meent eentje het te herkennen. Het blijkt kilometers buiten
het centrum te liggen, en als we aankomen ontdekken we meteen waarom niemand
het kende: op de voorgevel staat een andere, Maleisische naam. Gelukkig is er
nog plek, en zo hebben we dus twee dagen een klein appartementje voor onszelf,
tussen vooral Maleisische studenten. Naast de ingang een supermarktje en genoeg
warungs, eettentjes, om onszelf te
bedruipen met nasi en roti.
In onze
buitenwijk hebben we als blank gezinnetje veel bekijks. Mensen hier in Kota Bharu spreken beperkt Engels, maar ze zijn vriendelijk en geïnteresseerd en menigeen wil op
de foto met Wende. Talloze Maleisische Facebook-pagina’s zullen deze maand opgeleukt
worden met een klein blond engeltje wiens blik duidelijk uitdrukt ‘moet dat
nou?’ Ze is er een beetje klaar mee en dat begrijpen we wel. We hebben nu de
regel ingesteld dat mensen alleen een foto mogen maken als wij van hen óók een
foto mogen maken. Niet dat Wende daar veel aan heeft, maar komen wij in ieder
geval ook met leuke foto’s thuis.
Kota Bharu is
verder een rustig plaatsje, althans op de zondagmiddag die wij er doorbrengen.
We hebben de grote markthal bezocht, even kleurrijk als geurrijk. Beneden wordt eten verkocht –veel
fruit en groente, kippen, vissen, grote bakken garnalen, krabben en mosselen–
en boven huishoudelijke spullen.
De derde verdieping is een soort
kledingdoolhof, de ruimte is helemaal volgestouwd met piepkleine winkeltjes
waar verkoopsters lijdzaam zitten te wachten tussen hun kleurige jurken,
overhemden, lappen stof. Het is er verstikkend heet en doodstil, het enige dat
beweegt zijn de ventilatoren. Wij zijn de klanten voor vandaag lijkt het en
daarom –doe eens gek!– gooien we er 15 ringgit (zo’n € 3,25) voor een
kinderjurkje tegenaan, wordt er tenminste iets verkocht.
Met Wende in
haar nieuwe jurkje lopen we een rondje door het centrum, langs de moskee, het
paleis van de sultan en het centrale veld, padang
genaamd. We eindigen bij de clock tower aan de brede, bruinige rivier die de
stad waterpas afsnijdt. Het water ligt er even loom bij als de stad zelf. Het is
warm, te warm. We sjokken terug richting markthal, dineren vroeg in een
vegetarisch restaurant en nemen snel de taxi terug naar The Room.com alias Anjung
Vista, net op tijd om nog een duik in het zwembad te kunnen nemen. Bijna hoor
je onze lijven sissen als ze te water gaan.
Onze volgende
stop is minstens tien graden koeler: de Cameron Highlands.
We reizen met jullie mee. Het is geldig om te lezen. Groetjes M&P
BeantwoordenVerwijderenWe bedoelen natuurlijk geweldig!!!! M&P
BeantwoordenVerwijderenWat een mooie verhalen en avonturen die jullie beleven. Veel plezier! X Emmi
BeantwoordenVerwijderenZo, weer even bijgelezen! Wat leuk om zo met jullie mee te reizen! Wat een heerlijke tijd en avonturen hebben jullie! Gr. Annemieke
BeantwoordenVerwijderen