Varanasi 2

Zaterdag 11 november 2006

Ja, als je dan toch in Varanasi bent... Gisteren bij de burning ghats wezen kijken, de plaatsen waar de hindoes hun doden verbranden. Er zijn er twee hier: een grote met verschillende plateaus voor de verschillende kasten (er zijn vier hoofdkasten), waar zo'n 250 à 300 crematies per dag plaatsvinden; en een wat bescheidener exemplaar.

Maar ook daar gaat het achter elkaar door. Steeds liggen er een paar lijken te wachten. Ze worden op draagbaren aangeleverd, twee keer ben ik al zo'n stoet tegengekomen in de smalle steegjes, 'Body coming!' hoor je opeens. De lijken zijn onherkenbaar, een wolk van saffraan, van top tot teen gewikkeld in kleden en bedolven onder bloemenslingers. De bloemen gaan de Ganges in en het lichaam wordt ondergedompeld in de rivier en op een verse houtstapel gelegd. Vervolgens steekt de oudste zoon -voor de gelegenheid kaalgeschoren en in het wit gekleed- na enig ceremonieël het vuur aan. Na ongeveer een uur slaat hij met een stok de schedel kapot, zodat de ziel kan ontsnappen. En na drie uur is het gebeurd, het lijk is verkoold, op het borstbeen (man) of het heupbeen (vrouw) na die in de rivier worden gegooid. Daarna dooft de zoon het vuur weer op ceremoniële wijze. Even technisch: voor een brandstapel is ongeveer 200 kilo hout nodig, een kilo kost 3 euro, dus een crematie kost zo'n 600 euro plus wat fooi her en der. Een kolossaal bedrag in India, crematie in Varanasi is daarom maar voor weinigen weggelegd. Zoals een Indiër tegen me zei: twee dingen zijn onbetaalbaar in India, trouwen en sterven...



Vreemd allemaal? Ja, een beetje wel, maar zeker niet schokkend of luguber. Het ritueel voltrekt zich namelijk in een hele alledaagse, aardse sfeer. Links wordt een bootje met hout uitgeladen, rechts zijn jongens bezig as op te ruimen en nieuwe brandstapels te bouwen, er scharrelen geiten en honden rond, langs de kant zitten oude mannetjes op bankjes te praten en steeds zitten zo'n drie, vier oudste zonen naast hun draagbaar te wachten tot ze aan de beurt zijn. Ze lijken onaangedaan. Huilen mogen ze niet, dat zou betekenen dat ze nog geen afstand hebben gedaan - om die reden mogen vrouwen hier ook niet komen, huilebalken als het zijn. Nee, luguber is het allerminst; luguber is wat er gebeurt met zwangere vrouwen, baby's, leprozen en slachtoffers van slangebeten die zijn overleden - die worden met een steen aan hun voet zo de Ganges ingegooid. Het is maar goed dat de rivier hier een stuk dieper is dan in Rishikesh...

's Morgens vroeg
-----------------------------------------------------------------------------------------

Over afscheid nemen gesproken: de dagen van Wim en mijzelf zijn ook geteld. Over een paar dagen vlieg ik terug. Het zal raar zijn om uitelkaar te gaan. Meer dan vijf weken hebben we samen de chaos die India heet het hoofd (ik vooral) en het hart (Wim vooral) geboden, we hebben tafel en bed, koffiemok en waspoeder gedeeld, elkaars onhebbelijkheden getolereerd en heel veel gelachen. Gisteren hebben we weer eens geprobeerd een songtekst te schrijven, maar het werd weer geen succes. We kwamen niet verder dan één couplet. Op de melodie van 'Ze dronk ranja met een rietje', als volgt:
  Aan de ghats van Varanasi
  Dronk ze lassi
  Op een terassie in de zon
  O, wat was het toch jammer
  Dat m'n yogaklassie weer begon.

Nee, ik denk niet dat de muziekwereld er wakker van ligt dat het songwritersduo Helder & Frieswijk wordt opgesplitst. Overigens heeft Wim al een nieuw vriendje aangeschaft, eentje waar vast meer muziek in zit, met zes snaren en wat frets en zo.

Om alvast een beetje te wennen ga ik nog een paar dagen alleen op pad, naar Bodhgaya heen en terug, vijf uur reizen van Varanasi. Wim is van plan hier later -en langer- naartoe te gaan. En daarna is het: nou, zie je eind februari weer, hè...

Geen opmerkingen:

Een reactie posten